- ETION
- Kennis Verwerven
- Dymo: Het Werk Van Mensen
Dymo: het werk van mensen
13 november 2024
Dat DYMO het goed doet, blijkt duidelijk uit een uniforme rapportering en scorecard die eigenaar Newell Brands aanhoudt voor 42 manufacturing- en distributiecenters. Ondernemen ging in gesprek met plantmanager Jürgen Van Loo en HR manager Tanja De Bruyne.
DYMO doet het dus goed?
Jürgen Van Loo: “We wonnen in elk geval de award voor ‘best manufacturing site of the year 2023’ binnen de groep. Bovendien kregen we ook een ‘best progress’-award voor ons verbeterprogramma. We passen al sedert begin 2000 ‘lean manufacturing’-technieken toe. Sinds 2015 hebben we extra ingezet op het elimineren van verliezen in al onze processen. In de eurozone zijn we een lead plant voor lean binnen Newell Brands. Daarnaast hebben we sedert 2015 sterk gedigitaliseerd en we hostten recent een digital summit van Newell Brands op onze site. Ook op dat vlak geldt onze aanpak als een voorbeeld. En in november vorig jaar wonnen we zilver met ons dossier rond duurzaamheid. Die awards danken we aan onze resultaten betreffende veiligheid, jaarlijkse productiviteitsverbeteringen, flexibiliteit, lage voorraden, digitalisatie en verwezenlijkingen rond duurzaamheid.”
U werkt hier al sedert 2000. Wat hebt u zien veranderen?
Jürgen Van Loo: “Als industrieel ingenieur elektro-mechanica met een speciale belangstelling voor automatisering, doe ik hier wat ik altijd al wilde doen. Maar toen ik begon, was de plant nog een donkere, grijze, traditionele fabriek. Na een eerste rekruteringsgesprek wilde ik, komende uit een cleanroom omgeving, meteen weglopen, maar men vertelde me dat de toenmalige eigenaar (toen nog de Esselte Group) een masterplan had klaarliggen voor een zeer grondige modernisering. Alles kwam overigens in een stroomversnelling toen het Amerikaanse JW Childs Associates de fabriek overnam. De investeringsmaatschappij deed wat zo’n investeerder altijd doet: kopen, saneren, het potentieel versterken en doorverkopen. Zo kwam DYMO in 2005 bij Newell Brands terecht.”
Goede onderhoudstechnici zijn er gewoon onvoldoende en de concurrentie is moordend. (Jürgen Van Loo)
Uw ervaring was positief? Niet alle investeringsmaatschappijen voegen uiteindelijk waarde toe?
Jürgen Van Loo: “Ik heb er zeer veel van geleerd op het vlak van kaizen en lean. In het bestuur zat o.m. Art Byrn, een lean-pionier die een sterke connectie had met Toyota. Initieel investeerde Newell niet veel, maar na een paar jaar hebben we de groep kunnen overtuigen om wel te investeren, o.m. in twee van onze sleutelafdelingen. Intern is de fabriek nieuw en modern, enkel de buitenkant moeten we nu aanpakken.”
Speelde innovatie bij het succes van DYMO?
Jürgen Van Loo: “Absoluut. 90% van onze machines is op maat gemaakt. We hebben ook een uitgebreide equipe ingenieurs aan de slag, gezien onze verticale integratie: een chemisch proces, een coatingproces en kunststofverwerking. Bij assemblage en verpakking speelt automatisatie een grote rol. Maar het versnijden van onze carbon is dan weer meer fijne elektromechaniek. Onze afdeling Labelwriter is in wezen een drukkerij en dan is er nog onze convertingafdeling. Het vergt veel vakkennis om het proces efficiënt te realiseren. Voor elke specialiteit hebben we dan ook een ingenieur in dienst.”
Speelt AI in dat alles een rol?
Jürgen Van Loo: “Ja. We hebben momenteel een proof of concept lopen op een aantal machines om data te capteren uit assemblagemachines. Het systeem leert. Het signaleert afwijkingen ter evaluatie, zodat we al correcties kunnen doen nog voor de machine het proces stillegt. Maar we zien nog meer mogelijkheden. De klassieke visiesystemen op basis van camera’s werken met weinig marges. Wat er buiten valt, keurt het systeem af. Mits voldoende relevante data kan de machine leren interpreteren. Ik zie nog veel potentieel voor AI, maar we moeten het onderscheid maken tussen wat leuk is en nuttig. Wij leren nog uit initiatieven zoals de Agoria Factory of the Future en andere netwerkgroepen, maar ook uit partnerships met systeemaanbieders.”
Lees hieronder het volledige artikel in het septembernummer van Ondernemen.