Dirk Holemans

Durven kiezen voor een regeneratieve economie

De voorbije decennia zijn heel wat productieprocessen verfijnd en geoptimaliseerd. Bedrijven gingen vergroenen wat er bestond. “Het suggereert dat het met matige aanpassingen stap voor stap wel zal lukken, maar we hebben nood aan een transitie en dat betekent het systeem veranderen”, zegt Dirk Holemans van Oikos, denktank voor sociaal-ecologische verandering.

Dat optimaliseren gebeurt vaak in functie van een kostenbesparing door op zoek te gaan naar de goedkoopste locaties. Dat leidt vandaag tot grote problemen. “We zien dat bepaalde elektronica- en autoproducenten de productie stilleggen omdat er geen chips meer voorhanden zijn. Die chips worden hoofdzakelijk in twee fabrieken gemaakt. Dit toont aan dat we in onze economie te weinig aandacht hebben voor de veerkracht van onze economie, alsook de milieu-impact en de sociale kosten. In sommige gevallen gaat het niet meer om een waardeketen, maar om een ‘onwaardeketen’.” Hoe we ons verplaatsen, wonen, produceren en energie opwekken moet op systematische wijze anders, vindt hij. “Dat gebeurt nu al. Zo investeren bedrijven fors in methodes om staal klimaatneutraal te produceren. Mocht je dit vijftien jaar geleden voorgesteld hebben, dan lachten ze je uit.”

Producten die hoog op de ladder van de kringloopeconomie scoren - lang meegaan en herstelbaar zijn - zijn de producten van de toekomst.

Hersteleconomie

Volgens Holemans moeten we evolueren naar een regeneratieve economie. Dat moet het nieuwe kader worden voor bedrijven die willen innoveren. “Nadenken hoe je klimaatneutraal wordt, de biodiversiteit verhoogt en sociale meerwaarde genereert. Daarvoor zijn enkele radicale vuistregels handig: kunnen we alles wat we maken, herstellen en uit elkaar halen? Bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun product langer meegaat en volledig herstelbaar is. ‘The right to repair’ is essentieel. Alle grondstoffen die we hebben, moeten we blijven hergebruiken. ‘Urban mining’ is daar een belangrijk concept. In plaats van een nieuwe mijn in Zuid-Amerika te openen, is het een kwestie van hier te kijken hoeveel koper of andere metalen in onze apparaten zitten. Ik zeg soms met een boutade dat binnen twintig jaar het containerpark niet meer bestaat. Ik word altijd wat triestig op het containerpark, het lijkt wel een goed georganiseerde wegwerpplek.”

  • Lees het volledige artikel in het juninummer van Ondernemen [PDF, 2 blz., 130 kB].