Nadenken over het basisinkomen houdt ons scherp

De discussie over het basisinkomen verzandde vorig jaar in zwart-wittegenstellingen. Ons standpunt is en blijft evenwel dat we er goed aan doen om na te denken over de wijze waarop onze samenleving verandert ten gevolge van digitalisering, robotisering en de versnelde inschakeling van artificiële intelligentie. En het idee van een basisinkomen behoedt ons daarbij voor te behoudsgezind en lineair denken.

Onze visie op het basisinkomen is geen verhaal van defaitisme of een werkloze samenleving, net zomin als digitalisering en robotisering dat is. In het aprilnummer van ons ledenblad ‘Ondernemen’ uit 1993 laat Peter Heller, destijds algemeen directeur Ford Genk, het volgende optekenen: ‘Zonder robots zouden wij al lang geen 14.000 mensen meer tewerkstellen, of zelfs niet meer bestaan.’ Deze uitspraak zegt veel over de technologische vooruitgang van de laatste 250 jaar. Elke vorm van automatisering heeft in het verleden geleid tot een hogere productiviteit en vervolgens meer welvaart per capita. Die welvaart ging gepaard met meer jobs. Behalve tijdens de jaren 30 van vorige eeuw, toen er tijdelijk meer jobs verloren gingen dan erbij kwamen, volstond elke periode van tien jaar om de vruchten van productiviteitswinsten vertaald te zien in meer jobs.

Slimme machines

Waarover maken we ons dan zorgen? Ook de komende decennia zal technologische vooruitgang meer welvaart en jobs blijven creëren. Niemand wist 25 jaar geleden welke jobs er vandaag zouden bestaan maar ze zijn er wel gekomen. De vraag waar we vandaag mee worstelen laat zich evenwel vertalen in een doordenker: wat als automatisering vooral jobs gaat creëren voor robots of machines?

Wetenschappers denken na over het singulariteitspunt waar machines de intelligentie van de mens benaderen en voorbijsteken. Het is misschien een droom (of een nachtmerrie) die nog veraf ligt maar de gevolgen laten zich al veel eerder voelen. Schokkend is bijvoorbeeld de gedachte dat het werk van advocaten, boekhouders, artsen, ingenieurs en nog een hele reeks andere beroepen binnenkort zou kunnen worden overgenomen door intelligente machines. Deze machines opereren nu reeds in vele opzichten sneller en meer efficiënt.

Arbeidsmarkt

Voorlopig blijft de mens aan de zijkant toekijken of het allemaal correct verloopt en dat is maar goed ook maar zullen we per beroep nog evenveel mensen nodig hebben? Zelfs indien technologische vooruitgang jobs blijft creëren aan de lopende band, stelt zich een vraag naar de aard van de jobs en de vaardigheden die nodig zullen zijn om deze uit te oefenen.

De verandering gaat alsmaar vlugger en de huidige krapte op de arbeidsmarkt is wat dat betreft eerder een veeg teken dan een zegebulletin. De snelheid waarmee het arbeidsaanbod zich aanpast, loopt ver achterop ten opzichte van de veranderende vraag. Ons onderwijs en onze sociale structuren zijn gebouwd volgens de architectuur van de vorige industriële revoluties. Volgens de Oeso werken onze arbeidsmarktinstituties een mismatch op de arbeidsmarkt sterk in de hand. Cijfers van Eurostat geven weer dat we tot de slechtste van Europa behoren op het vlak van levenslang leren.

Indien we er niet in slagen om de gemiddelde werknemer sneller om te scholen dan dreigt er toch een serieus probleem. Het verleden leert dat trage omschakeling de inactiviteit in de hand werkt. In het toekomstrapport van McKinsey wordt één jaar gezien als een maximum voor herintegratie op de arbeidsmarkt. In ons land staat nu reeds een derde van de bevolking op actieve leeftijd (32,6%) aan de kant. Deze mensen werken niet en zijn ook niet op zoek naar werk. Mochten daar morgen nog enkele procenten bijkomen dan komt niet alleen de betaalbaarheid maar ook de legitimering van ons sociaal systeem op de helling.

Toekomstscenario’s

In onze samenleving wordt werk gezien als een onderdeel voor zelfontplooiing van de mens. Dat zal in de toekomst niet anders zijn maar of dit hetzelfde soort werk blijft als vandaag is niet zeker. En het is die onzekerheid die we moeten durven analyseren in toekomstscenario’s.
Nadenken over een basisinkomen helpt bij het uittekenen van scenario’s met een nieuw maatschappelijk model dat toegevoegde waarde anders verdeelt of, althans, zich daarbij minder sterk baseert op betaalde arbeid. Hoe gaan we de economische kringloop in zwang houden wanneer te veel mensen uit de boot vallen of niet tijdig omgeschoold kunnen worden? Welke activiteiten of sectoren moeten we ontwikkelen of moeten in de plaats komen?

“Hoe gaan we de economische kringloop in zwang houden wanneer te veel mensen uit de boot vallen of niet tijdig omgeschoold kunnen worden?”

Uiteraard kan een klein land als België niet op haar eentje een basisinkomen invoeren. Maar ook in andere landen maakt men zich zorgen over de gevolgen van automatisering en de trage snelheid van aanpassing. Iedereen zal worden gedwongen om te denken in scenario’s en zal meerdere opties moeten bestuderen. Het basisinkomen of varianten daarop passen in een maatschappelijk verantwoord denkproces. En in een samenleving waar nu reeds een derde van de actieve bevolking aan de kant staat, zijn dit soort denkoefeningen absoluut geen overbodige luxe.