geldbiljetten fladderen rond vrouw die er bedenkelijk naar kijkt

Werken mensen harder voor geld?

Of mensen harder werken voor geld, is een vraag die vaak terugkomt wanneer er wordt gesproken over financiële participatie. Deelname in de winst en/of het kapitaal van een onderneming gaat echter over eigenaarschap. In een participatieve onderneming werken medewerkers niet harder voor geld maar doen ze beter hun best omdat ze zich de doelstellingen van de organisatie eigen hebben gemaakt. In die omstandigheid wordt financiële participatie zelfs een intrinsieke motivator.

Het is geweten dat mensen harder kunnen werken voor geld. Onderzoek wijst uit dat de productiviteit met 10% stijgt wanneer een bonus wordt gekoppeld aan het bereiken van een zelfgekozen doel. In het geval van een stukloon stijgt de productiviteit zelfs met 15%. Deze productiviteitswinsten verdwijnen echter snel in een omgeving waar mensen nauw met elkaar moeten samenwerken om tot een collectief resultaat te komen. Onderlinge concurrentie en na-ijver halen de bereidheid tot coöperatie onderuit.

Intrinsieke motivatie

Even problematisch is dat individuele bonussen en stuk­lonen mensen ‘extrinsiek’ motiveren. De motivatie komt letterlijk van buitenaf. Mensen werken voor een inkomen (of harder voor meer geld) maar niet noodzakelijk omdat ze dat graag doen. Motivatie-experten wijzen daarom op het belang van ‘intrinsieke’ motivatie. Iets doen omdat je dat graag doet of er zin uit haalt, is een veel duurzamere motivator. Wat van binnenuit jezelf komt, hangt niet af van de hoogte van een bonus, maar put rechtstreeks uit een haast oneindige bron van wilskracht, gevoed door zingeving.

Mijn onderneming

Winst en aandelen van een vennootschap roepen automatisch een connotatie op met geld en extrinsieke motivatie. De essentie van participatief ondernemen is evenwel het aanwakkeren van gevoelens van eigenaarschap. Wie zich (mede-)eigenaar voelt van een onderneming, spreekt over iets dat van hemzelf is. Loon, winst, bonussen, dividenden, de groei van de waarde van de onderneming… zijn niet langer extrinsieke factoren wanneer men de onderneming beschouwt als de eigenste ‘eigendom’. Uiteraard zijn er daarin gradaties, maar waar er wordt gesproken over ‘mijn’ of ‘onze’ onderneming, daar zit intrinsieke motivatie ingebakken in de manier van werken.

ABC-tje

Opdat financiële participatie ook daadwerkelijk zou uitgroeien tot een intrinsieke motivator, dient wel aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan. Het zogenaamde ABC van intrinsieke motivatie wijst de weg. Hebben medewerkers het gevoel dat ze architect zijn van hun eigen job en dat hun eigen inbreng impact heeft op het resultaat van de organisatie (Autonomie)? Hebben medewerkers het gevoel dat er naar hen wordt geluisterd en dat ze deel uitmaken van het collectief (Betrokkenheid en verBondenheid)? Hebben medewerkers het gevoel dat ze bij het bereiken van de doelen en het resultaat hun competenties hebben kunnen gebruiken en verder aanscherpen (Competentie)?

Participatieve ondernemingen maken dat medewerkers spreken over ‘hun’ onderneming, ja zelfs ‘hun’ resultaat. Daarin mogen delen, is een krachtige motivator.

Eigenaarschap

Participatieve ondernemingen maken dat medewerkers spreken over ‘hun’ onderneming, ja zelfs ‘hun’ resultaat. Daarin mogen delen, is een krachtige motivator. Niet zozeer omdat het gaat over geld, maar vooral omwille van de betrokkenheid bij de conceptie. Meteen begrijpen we ook waarom bonussen (ook de collectieve CAO90) vaak niet het verwachte effect hebben. Pas wanneer medewerkers zich eigenaar voelen van die bonus, krijgt ook deze vorm van beloning een intrinsiek en duurzaam karakter. Dat is de essentie van eigenaarschap en financiële participatie.