Oordeel niet te snel over het basisinkomen

Opiniebijdrage van Geert Janssens (De Morgen, 10 februari 2017)

Er gaat geen dag voorbij of ergens valt het begrip ‘basisinkomen’. De meningen zijn verdeeld, maar wanneer een gezaghebbend econoom als Paul De Grauwe het idee in deze krant afvalt, dan lijkt het eindverdict gekend (DM 7/2). Toch wil ik hierbij een poging wagen om het basisinkomen in een ruimer perspectief te plaatsen. We kijken te veel door een oude bril naar een toekomstgericht idee.

Laten we beginnen met het basisargument van De Grauwe. Dat is glashelder en er valt geen speld tussen te krijgen. Het basisinkomen vandaag zonder meer invoeren, komt neer op een vorm van budgettaire zelfmoord. Het zou een immens gat in de begroting of de financiering van de sociale zekerheid slaan. Geen enkele belastingmaatregel of besparing zou dat kunnen opvangen. Daarmee lijkt het idee van het basisinkomen dood en begraven. Of toch niet?

Rekenwonder

Een probleem met de meeste redeneringen rond het basisinkomen is dat ze het concept een plaats willen geven in ons huidige sociaal-economische model. In een systeem waar mensen werken voor een arbeidsinkomen en de overheid het gros van haar inkomsten haalt door daarop belastingen te heffen, sluit een basisinkomen als een tang op een varken. Mensen (die het niet nodig hebben) zouden 1.000 euro per maand krijgen boven op hun loon. Je moet geen rekenwonder zijn om te beseffen dat je hiermee veel problemen zult creëren.

De vraag is dus niet of het basisinkomen in ons huidige systeem in te passen valt. De relevante vraag is of ons systeem nog een lang leven is beschoren. Wie kan met name garanderen dat we in de toekomst met zijn allen nog massaal (voltijds) betaald werk zullen verrichten? Steeds meer (arbeids)economen houden er rekening mee dat ver doorgedreven automatisering en digitalisering een honderd jaar oude wetmatigheid op zijn kop zouden kunnen zetten. De ervaring in het verleden was dat voor elke job die verdwijnt er meer dan één in de plaats komt. Productiviteitswinsten kunnen op korte termijn jobs vernietigen, maar op langere termijn leidt de welvaartswinst tot nieuwe en zelfs extra werkgelegenheid.

Het tempo waarmee de wereld verandert, maakt dat dit gegeven niet langer als een paal boven water staat. Een veeg teken is alvast dat in alle westerse landen de looncomponent reeds decennialang krimpt als onderdeel van het nationaal product. Een fenomeen dat de toenemende ongelijkheid in onze samenleving verklaart en dat economen toewijzen aan globalisering, maar ook steeds meer aan technologische verandering die jobs voor laag- en nu ook middengeschoolden overbodig maakt. Eerst verdwenen die jobs naar lagelonenlanden, nu worden ze ook daar steeds meer vervangen door automatisering of robots.

De financiering van zo'n basisinkomen zal moeten komen van een of andere robotbelasting of een belasting op toegevoegde waarde.

Bevrijden

Men zou zich op basis hiervan kunnen laten verleiden tot een pessimistische toekomstvisie, hoewel dat niet nodig is. Technologische vooruitgang zal veel vragen oproepen, maar kan de mens ook letterlijk bevrijden. Niet alleen omdat we minder zullen hoeven te werken, ook omdat onze materiële welstand er niet onder zal lijden, integendeel. We zullen overigens meer tijd krijgen voor de echt belangrijke dingen in ons leven, zoals meer aandacht voor de medemens. De vraag is alleen hoe we een economie op de been kunnen houden wanneer mensen niet meer hoeven te werken. Een basisinkomen zou een middel kunnen zijn om de economische toegevoegde waarde — die er ten overvloede zal zijn — te verdelen. Die herverdeling is nodig om de markt te voorzien van een consumptieve vraag.

De financiering van zo’n basisinkomen zal moeten komen van een of andere robotbelasting of een belasting op toegevoegde waarde. Toegegeven, zoiets is alleen mogelijk op Europese schaal en dat lijkt vandaag misschien een nog grotere utopie dan het basisinkomen zelf. Toch zullen ook onze buurlanden eerder vroeg dan laat moeten nadenken over een nieuw sociaal-economisch verhaal. Daarom durf ik te beweren dat de hamvraag niet is of er in de toekomst zoiets als een basisinkomen komt, maar wel onder welke vorm, tegen wanneer en via welke weg. Het kan geen kwaad om daar nu en dan al eens over na te denken.

Copyright © 2017 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden