Herman Van de Velde over medewerkersbetrokkenheid
“Ik zie bedrijven als gemeenschappen waar mensen samenkomen om een gezamenlijk project te realiseren en waarde te creëren voor alle partijen”, aldus Van de Velde. “Als ondernemer word je uitgedaagd om van de organisatie een gemeenschap te maken waarmee medewerkers echt verbonden zijn.”
Traditioneel gaat daarbij veel aandacht naar de koude kant: arbeidsvoorwaarden en beloning, m.a.w. extrinsieke motivatoren. Echter, energie en enthousiasme komen voort uit het doen van dat waarin je hart gelooft, de intrinsieke motivatoren. Bij extrinsieke motivatie gaat het over ‘moeten’, intrinsieke motivatie gaat over ‘willen’, de motivatie komt uit de persoon zelf.”
“Resultaten boek je met medewerkers die bereid zijn het beste van zichzelf te geven met hun verstand, hun lichaam en hun hart.”
“Bij het verbinden moet dus meer aandacht gegeven worden aan de warme kant. Volgens Manfred Kets de Vries, Insead-professor met talrijke publicaties over leiderschap, ontstaat verbinding op vier vlakken: ten eerste moet er overeenstemming zijn tussen de persoonlijke doelstellingen en de doelen van de organisatie. Daarvoor is ruimte nodig voor zelfsturing. Ieder mens heeft doelen, bewust of onbewust, en verbinding zal maar ontstaan als de organisatie op zelfsturing durft te vertrouwen.”
“Ten tweede ontstaat verbinding door de inhoud van het werk. Enkel als het werk als zinvol wordt ervaren, zal de werknemer zijn kennis, zijn zorg en zijn aandacht in het werk investeren.”
“Ten derde moet er een verbinding ontstaan met de andere mensen in de organisatie. En tot slot zullen successen en resultaten bijdragen tot verbinding op voorwaarde dat medewerkers erkenning krijgen voor hun individuele bijdrage en voor zover die waardering hiervoor ook wordt uitgesproken.”
“Het klinkt sommigen misschien soft in de oren, maar ik heb altijd onthouden dat ‘intelligentie leidt tot conclusies, maar emotie aanzet tot actie’. Resultaten boek je met medewerkers die bereid zijn het beste van zichzelf te geven met hun verstand, hun lichaam en hun hart.”