Ignace Schops

Natuurbeleid vertalen naar economisch rendement

Ignace Schops is directeur van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) en voorzitter van Europarc Federation, de koepelorganisatie van alle nationale parken in Europa. Met het Nationaal Park Hoge Kempen werd hij een innovator die natuur en maatschappij (opnieuw) wil verbinden op vier niveaus: van natuur met natuur, van mensen met natuur, van economie met natuur en van beleid met praktijk. Ignace krijgt al jaren internationale erkenning voor zijn ambassadeurswerk in de bescherming van natuur en biodiversiteit. Recent won hij ook de ETION Leadership Award.

Op het jongste ETION Forum ontving u de ETION Leadership Award, maar u bent al vijftien jaar bezig en het was toch wel pionierswerk?

Ignace Schops: “Ik ben inderdaad al heel lang bezig om de natuur in Vlaanderen sexy te maken. De laatste steenkoolmijn in Limburg sloot in 1991 de deuren. Samen met een paar collega’s wilde ik een alternatief bieden voor die tienduizenden werklozen. We hadden het idee om het kwaliteitsvolle landschap dat in Limburg nog aanwezig was, in te zetten voor de ontwikkeling van de regio. Ons uitgangspunt was dat natuurbehoud en mooie landschappen een troef konden zijn voor sociaal-economische ontwikkeling.

Als eersten zijn we toen gestart met de ontwikkeling van het nu alom gekende fietsroute-netwerk met knooppunten. Dat bleek al snel zeer succesvol te zijn. De volgende stap was een nationaal park. Het heeft lang geduurd voor we het voordeel van de twijfel kregen om als organisatie zoiets te doen en om de middelen samen te krijgen. In België bestond er nog geen nationaal park, maar we hebben de strengste normen gehanteerd, die van de International Union for the Conservation of Nature.”

Door de natuur te vertalen in termen van rendement krijg je betere toegang tot ondernemers en politici.

Voor het realiseren van het nationaal park ontwikkelde u een innovatief model: het (Re)connection- model. Wat houdt dat precies in?

“Dat model probeert de samenleving terug te verbinden met de natuur. (Re)connection is gebaseerd op vier pijlers: de natuur met de natuur verbinden, de natuur met de mensen verbinden, de bedrijven met de natuur verbinden en het beleid met de praktijk verbinden. Dat is een heel andere benadering dan voorheen. Om de planeet te redden, hebben we niet alleen natuurbeschermers nodig, maar iedereen.

Als lobbyist voor de natuur en de biodiversiteit wist ik al snel dat je een andere taal nodig hebt om beleidsmakers en ondernemers te overtuigen. Ik herinner me dat Vera Dua (voormalig politica voor Agalev en Groen, red.) ooit zei: ‘je vertelt verhalen over boomkikkers, maar aan een regeringstafel kan ik daar niets mee doen’. Toen ben ik gaan onderzoeken of en hoe je die biodiversiteit bijkomend kan vertalen naar een taal die ondernemers en beleidsvormers wel begrijpen en dat is veel meer een socio-economische taal. We zijn daarom gaan meten wat de bijdrage van het nationaal park is aan de samenleving. We hebben dat berekend op basis van een model dat internationaal aanvaard is. Daaruit bleek dat het nationaal park goed is voor 191 miljoen euro omzet, direct en indirect, en vijfduizend jobs genereert.

Het beschermen van de natuur is met andere woorden niet alleen goed voor de vogels en de bijen, maar heeft ook een positieve correlatie met de samenleving. Het gaat ook over economie en jobs. Door de natuur te vertalen in termen van rendement krijg je betere toegang tot ondernemers en politici.”

Lees het interview in het decembernummer van Ondernemen.