bestelbus van PostNL

E-commerce moet op zoek naar ethiek

Eerder deze week viel het gerecht binnen bij diverse koerierdiensten die de pakjes van onder meer PostNL aan huis leveren. Er zouden verregaande arbeidsrechtelijke overtredingen zijn vastgesteld, zoals de tewerkstelling van minderjarigen en koeriers zonder rijbewijs. De wantoestanden roepen vragen op over ethiek in de netwerkeconomie.

Wie is moreel verantwoordelijk wanneer waardecreatie het resultaat is van een keten van opdrachtgevers en onderaannemers zoals bij e-commerce? Op zich lijkt dat geen nieuw vraagstuk. In een geglobaliseerde economie schuilt achter zowat elk product een keten die zich uitstrekt over leveranciers, producenten, distributeurs en retailers. Om die reden besteedt een groeiend aantal ondernemingen aandacht aan supply chain ethics. Men probeert daarbij leveranciers en andere businesspartners morele normen op te leggen, zoals duurzaamheidscriteria of menswaardige arbeidsomstandigheden. Ook KMO’s krijgen er almaar vaker mee te maken.

In de digitale netwerkeconomie verscherpt de vraag naar morele verantwoordelijkheid.

In de digitale netwerkeconomie verscherpt echter die vraag naar morele verantwoordelijkheid. Waarde wordt daar niet langer gecreëerd door één bedrijf, maar door een netwerk van individuen en bedrijfjes die digitaal verbonden zijn. De slagkracht van bedrijven in de netwerkeconomie is daarbij evenredig met de schaal en de functionaliteit van hun netwerk.

Supernetwerken

De afgelopen 15 jaar ontstonden enkele supernetwerken zoals Meta (Facebook), Alphabet, Microsoft en Amazon. Zij leveren de basisinfrastructuur en grondstoffen (data) voor de netwerkeconomie. Voortbouwend op die digitale infrastructuur ontstonden subplatformen, die de digitale verbondenheid van miljoenen individuen gebruiken om fysieke diensten aan te bieden: mobiliteit (Uber), maaltijdbezorging (Deliveroo, Just Eat), overnachtingen (Airbnb, Booking)... Deze disruptieve spelers betekenden flinke concurrentie voor gevestigde spelers zoals PostNL. Hun vaak loggere, centraal aangestuurde systemen en historische loonlasten bleken niet opgewassen tegen de flexibele en vooral goedkopere aanpak van de netwerkbedrijfjes.

Almaar meer grote, klassieke bedrijven gingen daarom de netwerkaanpak van de disruptieve spelers kopiëren. It takes a network to defeat a network. De militaire strategie van de Amerikaanse generaal Stanley McChrystal die Al Qaeda in Irak bestreed, werd overgenomen in de bestuurskamers van de ‘oude economie’. Onder meer door kernactiviteiten uit te besteden aan onderaannemers die vervolgens weer bestonden uit een netwerk van vaak zelfstandige dienstverleners die voor lage lonen en met weinig sociale bescherming pakjes leveren, pizza’s aan huis brengen of je naar de luchthaven voeren. Wantoestanden konden niet uitblijven.

Een gevolg van de netwerkeconomie is dat makkelijk een (morele) afstand ontstaat tussen de bedrijven of platformen die diensten aanbieden en de onderaannemers of individuen die ze effectief leveren. Denk aan sociale media die zich niet verantwoordelijk voelen voor de inhoud die gebruikers op hun platformen delen. Of aan koerierdiensten die de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden van koeriers exclusief bij hun onderaannemers leggen.

Als meerdere partijen verantwoordelijk zijn, voelt niemand zich nog echt verantwoordelijk.

Ontkoppeling

Het afstand doen van de (mogelijke) gevolgen van het eigen handelen heet moral disengagement of morele ontkoppeling. Dat is het psychologische effect waarbij iemand zich om diverse redenen niet gebonden voelt aan de eigen morele normen. Situaties waarin de verantwoordelijkheid diffuus wordt, versterken dat gevoel. Als meerdere partijen verantwoordelijk zijn, voelt niemand zich nog echt verantwoordelijk.

Een van de oplossingen voor de diffuse verantwoordelijkheid in netwerken is helderheid creëren over de verantwoordelijkheden, met duidelijke afspraken voor iedereen. Het is geen slechte zaak dat de bevoegde minister Petra De Sutter (Groen) een wetsontwerp uitwerkt dat de wantoestanden in de distributiesector moet aanpakken met een gelijk speelveld.

Het is goed dat minister Petra De Sutter een wetsontwerp uitwerkt dat wantoestanden in de distributiesector moet aanpakken met een gelijk speelveld. Daarnaast is moreel leiderschap nodig bij de grote netwerkspelers.

Daarnaast is echter meer moreel leiderschap nodig bij de grote netwerkspelers zelf. Net zoals hun diensten het product zijn van een keten van interacties, geldt dat ook voor hun waarden en ‘moreel imago’. De morele verantwoordelijkheid van een bedrijf overstijgt zijn juridische verantwoordelijkheid.

E-commercebedrijven en netwerkspelers moeten hun morele verantwoordelijkheid niet inperken, maar uitbreiden door ze te koppelen aan de werking van hun netwerk. Het opleggen en controleren van morele minima in de samenwerking met onderaannemers en netwerkpartners is daarin een noodzakelijke stap. Je diensten kan je uitbesteden, je waarden niet.