Grijper grijpt mannetje in matching kleuren uit rij

De utopie van de perfecte match

Onze arbeidsmarkt stoot stilaan op haar grenzen. Ondanks de vrees voor een nakende recessie kampt Vlaanderen, met 1,8 werkzoekenden per openstaande VDAB-vacature, nog steeds met een historisch ongeziene arbeidskrapte. De oorzaak ligt enerzijds bij een kwantitatieve mismatch, waarbij het aantal vacatures stijgt terwijl het aantal werkzoekenden daalt. En anderzijds bij een kwalitatieve mismatch, waarbij de aanwezige competenties op de arbeidsmarkt steeds vaker niet overeenkomen met de noden van onze organisaties.

Het valt op dat we als samenleving bereid zijn steeds radicalere middelen in te zetten om vraag en aanbod van arbeid te matchen. Zo stipuleert de wet van de passende dienstbetrekking dat werkzoekenden verplicht op zoek moeten gaan naar bepaalde jobs, ook als die niet helemaal in lijn liggen met hun profiel en verwachtingen. Verschillende beroepsfederaties stelden dat het verplichten van langdurig werklozen om zich een knelpuntberoep eigen te maken, geen taboe mag zijn. En wie in Vlaanderen meer dan 2 jaar zonder job zit, zal vanaf 2023 verplicht worden om gemeenschapsdienst te doen.

Utopia

Het is niet de eerste keer dat men het idee aanhaalt dat de utopie van de perfecte match enkel door dwang en verplichting gerealiseerd kan worden. Wanneer Thomas More in 1516 zijn befaamde boek Utopia publiceert, voegt hij er een inleidend deel aan toe, waarin hij de ontwrichte arbeidsorganisatie in het Engeland van zijn tijd beschrijft. De opbloeiende Vlaamse textielnijverheid maakte dat de Engelse landadel enorme stukken gemeenschappelijke landbouwgrond omheinde voor schapenweiden, om zo aan de stijgende vraag naar wol te voldoen (‘the enclosure of the commons’). Dit proces leidde tot een grootschalige onteigening van het landvolk en creëerde een massa onproductieve behoeftigen die tot de bedelstaf veroordeeld waren.

Om deze mismatch op te lossen, wordt in More’s fictieve staat Utopia ieder individu gedwongen om twee jaar op het platteland te werken om de voedselbevoorrading van de gemeenschap veilig te stellen. Bovendien is iedereen ook verplicht om een maatschappelijk nuttige ambacht aan te leren en uit te oefenen. De crisis kan enkel bedwongen worden indien het ongedifferentieerde arbeidspotentieel door middel van dwang en verplichting productief wordt gemaakt. Wanneer een maatschappelijk systeem op zijn limieten botst, lijken blijkbaar enkel radicale ingrepen uitzicht te kunnen bieden op de ideale samenleving.

De gestolde mens

Ondanks deze structurele gelijkenis heeft onze hypercomplexe samenleving echter een totaal andere dynamiek dan More’s 16de eeuwse Engeland waar men ervan uitging dat er een vaststaand aantal uit te voeren taken bestond. Door onophoudelijke innovatie zijn er vandaag immers steeds nieuwe competenties nodig om onze organisaties te laten functioneren en groeien. Dit vergt geen beleid van dwang en verplichting, maar een dat gericht is op permanente omscholing en bijscholing vanuit de veronderstelling dat niet enkel de langdurige werkloze en de ongeschoolde nieuwkomer, maar iedereen noodzakelijk tekortschiet in zijn capaciteiten.

In een door innovatie gedreven economie zal er altijd een onevenwicht zijn op de arbeidsmarkt.

Onze ondernemingen lijken dit alvast steeds beter te begrijpen en investeren dan ook meer en meer in eigen opleidingsprogramma’s (‘academies’) voor zowel hun huidige als hun nieuwe medewerkers. Anderzijds moet de overheid ervoor zorgen dat inactieven meer gestimuleerd worden om naar zulke programma’s door te stromen, door onder andere werken financieel interessanter te maken. De utopie van de perfecte match is de dystopie van de gestolde mens. In een door innovatie gedreven economie zal er altijd een onevenwicht zijn op de arbeidsmarkt. Het komt er dus vooral op aan om volop in te zetten op zijn adaptatievermogen en zijn ongelimiteerd potentieel om bij te leren.