Telewerk is een blijver, het kantoor ook

Fotograaf
Jan Locus

Zelden werd onze manier van leven en werken zo door elkaar geschud als tijdens het afgelopen kwartaal. De vraag is wat de langetermijneffecten zullen zijn van deze crisis, zoals op onze manier van werken. Wordt dit de definitieve doorbraak van het thuiswerkkantoor?

Op de arbeidsmarkt leidde de coronacrisis in eerste instantie tot een dramatische terugval van de werkgelegenheid. Eind maart zaten bijna 1,3 miljoen landgenoten tijdelijk zonder job. Begin juli waren dat er nog 200.000, voornamelijk uit de horeca en de evenementensector. De kans is reëel dat een aanzienlijk deel daarvan zijn job definitief verliest. Maar een sterke toename in de werkloosheid blijft voorlopig uit. Sinds juni ligt het aantal vacatures weer even hoog als voor de crisis.

Thuiswerken

Voor het merendeel van de werknemers is de grootste verandering dus niet meteen financieel maar wel de manier van werken. Wie tijdens de lockdown werkte, deed dat hoofdzakelijk van thuis uit. Volgens SD Worx werkte voor de crisis 20% van de Belgen regelmatig van thuis uit, tijdens de lockdown steeg dat aandeel naar liefst 62%. Telewerk werd de norm tijdens de coronacrisis.

Daarmee is niet gezegd dat dit zo blijft. De heropening van de bedrijven betekende ook een terugloop in het telewerk. De files op de wegen nemen weer toe. Tegelijk is de kans klein dat we snel — of ooit — terugkeren naar een tijd waarin een voltijdse kantoorjob voor iedereen de norm is. Zolang er geen vaccin is en afstandsregels nodig blijven, zal thuiswerk op korte tot middellange termijn een deel van de oplossing blijven om overrompelingen op het kantoor te vermijden.

Maar ook op lange termijn zijn er redenen om aan te nemen dat telewerk een blijver is. De noodgedwongen overgang naar thuiswerk heeft vele werknemers, maar ook werkgevers, overtuigd dat het kan. En dat smaakt duidelijk naar meer. Een bevraging van BDO en HR Square leert dat 9 op de 10 Belgische werknemers en leidinggevenden ook na de crisis wil blijven telewerken. Zes op de tien wil dat twee dagen per week. Werkgevers die aan deze verwachting kunnen voldoen, hebben dus een voordeel in het aantrekken en behouden van talent. Zeker wanneer de crisis niet meteen tot een wapenstilstand in de war for talent leidt.

"Telewerk is gewenst, kantoorwerk minstens evenveel."

Sociaal contact

Toch hoeft dit niet meteen het einde van het kantoor te betekenen. Ten eerste is telewerk lang niet voor alle jobs mogelijk, zoals voor productiemedewerkers, onderhoudsfuncties of onthaalpersoneel. Ten tweede wijzen de cijfers over de behoefte aan telewerk ook op een behoefte aan contactwerk. Uit de studie van BDO en HR Square blijkt immers ook dat slechts 5% (!) van de respondenten voltijds thuis zou willen werken. Slechts 18% wil dit meer dan twee dagen per week. Met andere woorden: telewerk is gewenst, kantoorwerk minstens evenveel.

Dit illustreert hoezeer werk ook een bron van sociaal contact is. Voor liefst 83% van de Vlaamse werknemers is dit sociaal contact zelfs een reden om te werken, zo bleek uit een studie van Trendhuis eerder dit jaar. Dat sociaal contact is overigens niet alleen positief voor de werknemer. Het is ook een bindmiddel in organisaties.

Belevingsplek

Een bedrijfscultuur wordt gevormd door gedeelde ervaringen en het waarnemen van het (voorbeeld)gedrag van anderen. Een videocall met collega’s draagt daar maar beperkt aan bij. Dat zijn geplande contactmomenten met een welbepaalde agenda. Zoals in elke vergadering heerst daar een heel andere dynamiek dan in de spontane gesprekken tussen collega’s of in de toevallige ontmoetingen in de wandelgangen. Die ongeplande gesprekken zijn zeer bepalend voor een bedrijfscultuur.

Fysieke nabijheid heeft bovendien een effect door non-verbale interacties. Mensen beïnvloeden elkaar door elkaar (onbewust) te observeren en ‘mee te maken’ tijdens hun bezigheden. Door te zien hoe iemand met een technisch probleem omgaat, te ervaren hoe iemand reageert op een grap tijdens de lunch, of te horen hoe iemand de telefoon opneemt. We leren bewust en onbewust veel uit deze ervaringsmomenten.

“Een bedrijf waarin collega’s enkel digitaal contact hebben, is als een kantoor waarin alleen maar vergaderd wordt.”

Ervaringen als deze ontbreken bijna volledig bij doelgerichte online meetings waarin iedereen zijn taken net onderbreekt om te overleggen. Het kantoor als belevingsplek blijft dus een waarde hebben die digitaal contact moeilijk kan vervangen. Een bedrijf waarin collega’s enkel digitaal contact hebben, is als een kantoor waarin alleen maar vergaderd wordt. Of we dat ooit normaal gaan vinden, durf ik sterk te betwijfelen.