werknemers verlaten fabriek van Van Hool te Lier

Verdwijnt onze Vlaamse industrie?

Opinie van Geert Janssens (Het Belang van Limburg, 30 maart 2024)

Herstructureringen bij industriële bedrijven zijn in ons land geen nieuwigheid. Loonkosten en andere concurrentiefactoren spelen al veel langer in ons nadeel. Bij Van Hool was er ook nog de specifieke familiale context met een gebrek aan eenheid van commando. Daarnaast werd er verkeerd gegokt op waterstof in plaats van op elektrificatie. Het tweede is doorgaans een gevolg van het eerste, waarbij gebrek aan eensgezindheid leidt tot verkeerde investeringsbeslissingen.

Teken aan de wand

De gebeurtenissen bij Van Hool zijn echter ook voor de bredere Vlaamse en Europese industrie een teken aan de wand. De verkeerde gok op waterstof herinnert aan de Europese duurzame transformatie (cf. Green deal). Wie daarmee te lang wacht, verliest zijn reden van bestaan. Die vergroening moet Europa voor haar grondstoffen en energie overigens minder afhankelijk maken van staten die bevoorrading gebruiken als een politiek wapen. We moeten ervoor waarschuwen dat het probleem daarmee wordt verschoven naar minstens even dubieuze staten.

Dat brengt ons bij een veel groter probleem. De Europese industrie betaalt nog altijd tweeënhalf keer meer voor gas dan de periode voor corona en maar liefst vijf keer zo veel als in de VS vandaag. Daarnaast hebben de VS vorig jaar de concurrentiestrijd nog wat bitsiger gemaakt met een eigen subsidieprogramma voor vergroening. Voor hun nieuwe energie-intensieve productie kijken Europese bedrijven almaar vaker naar de VS (bijv. Solvay, Volkswagen, Enel, BWM...).

Ontkoppeling

En of dat nog niet genoeg is, stuurt Washington al enkele jaren aan op een ontkoppeling tussen het Westen en China. Gevreesd wordt dat bedrijven gedwongen zullen worden om hun productieketens te ontrafelen door hun filialen uit China terug te trekken ten voordele van productie dichter bij huis. Hieraan hangt een duur prijskaartje. Internationale handel is zoals een omelet. Eens ze is gebakken, is het moeilijk om het wit en het geel van het ei terug naar de oorspronkelijke toestand te brengen.

Internationale handel is zoals een omelet. Eens ze is gebakken, is het moeilijk om het wit en het geel van het ei terug naar de oorspronkelijke toestand te brengen.

De Europese Commissie berekende onlangs dat zo’n operatie ons 10% van onze welvaart kan kosten. Voor Europa, dat veel meer afhankelijk is van internationale handel, zou dat neerkomen op een zware depressie. Vooral de grote verwevenheid van de Duitse economie met China maakt onze oosterburen extra kwetsbaar. En dat terwijl de Duitse industrie al een zware krimp te verduren kreeg als gevolg van de hoge gasprijzen. Onze eigen Vlaamse exportindustrie weet daarvan mee te spreken.

Industrieel beleid

Het nakend faillissement bij Van Hool mag aldus een flinke waarschuwing zijn, want naast lokale elementen spelen er hoe langer hoe meer ook andere concurrentiefactoren voor de hele Vlaamse en Europese industrie. In tegenstelling tot het verleden, waar uitwijking of stopzetting van lokale productie een gevolg was van een economische logica, spelen vandaag almaar vaker politiek getinte factoren.

De juiste beleidsreactie is niet om eender welk noodlijdend bedrijf te redden met subsidies, maar wel om te luisteren naar ondernemers die met eigen centen investeren over een langere termijn. Dat moet de basis zijn voor een strategisch industrieel beleid in sectoren met toekomst. En dat gebeurt liefst op een Europees niveau zodat we elkaar geen vliegen zitten af te vangen en bodemloze putten creëren zoals in de jaren zeventig.