(G)een paradijs voor e-commerce

Fotograaf
Jan test

Op basis van de ETION-belevingstrip naar Nederland eind juni begrijpen we waarom de e-commerce maatregelen die onze regering recent nam, ontoereikend zullen zijn om de Bol.com’s van deze wereld naar hier te halen. Het lek dat e-commerce slaat in onze economie zullen we niet meteen dichten. Er dienen zich echter ook nieuwe kansen aan.

Je zou het misschien niet meteen verwachten maar ons land is blijkbaar een paradijs voor e-commerce. Volgens de Europese Commissie behoren we zelfs tot de meest attractieve en potentievolle e-commercemarkten in Europa. Die fraaie uitgangssituatie hebben we niet alleen te danken aan onze ligging. Onze kmo’s en detailhandelaars hebben de kansen van digitalisering blijkbaar sneller gegrepen dan de concurrenten in de ons omringende landen. Met 23% ligt het aantal kmo’s dat online verkoopt, hoger dan het EU-gemiddelde van 17,2% en ook hoger dan in Nederland dat blijft steken op 16,2% (cijfers 2016). Het aandeel van e-commerce in de totale omzet van een kmo bedraagt bij ons 19,6% tegenover 9,4% in de EU en 9,2% in Nederland.

Een lek in de economie

Dat onze kmo’s beter scoren dan de concurrenten uit het land van Bol.com, Coolblue, HelloFresh,… is een aangename verrassing maar cijfers over het consumentengedrag maken snel duidelijk hoe deze paradox tot stand komt. De Belgische consumenten zijn bezig aan een inhaalrace wat aankopen via internet betreft, maar blijkbaar verlopen relatief veel van hun online aankopen via buitenlandse webwinkels. Dat strookt dan weer beter met ons beeld van straten die door PostNL-camionnetjes worden overspoeld. E-commerce slaat wel degelijk een lek in ons economisch systeem maar tot op vandaag kan niemand voorrekenen hoeveel commercieel water er dagelijks aan onze neus voorbij stroomt.

Over de grens

Eind juni organiseerde ETION Kempen en ETION Antwerpen-Mechelen een belevingstrip naar Nederland. De dag startte met een bezoek aan ‘Allekabels.be’ in Kerkrade en een gesprek met COO Constantijn Souren. Nadien volgde een lunchgesprek met Sacha Buyck, directeur voor de Belgische markt van Bol.com, en een getuigenis door Eric Croon, medeoprichter Zamro.be. De dag werd afgesloten met een bezoek aan het pakketsorteercentrum van PostNL te Vaalsbroek, waar we een gesprek hadden met directeur Addy Rijkens.

Die trip heeft veel duidelijk gemaakt. Het echte paradijs voor e-commerce ligt over de grens, althans wat logistieke omkadering betreft. Dat is geen toeval. Nederlandse bedrijven worden bijgestaan door de overheid. Die zorgt voor een degelijke infrastructurele uitbouw en levert de nodige vergunningen snel af. Vlaanderen moet zich bijgevolg de vraag durven stellen waarom deze grote logistieke spelers niet opereren vanuit, bijvoorbeeld, ons eigenste Limburg dat eveneens over de nodige ruimte en capaciteit beschikt.

Flexibele arbeidsmarkt

Nederlandse spelers hebben nog een tweede voordeel. Hun arbeidsmarkt is in staat om de nodige flexibiliteit en snelheid op te brengen die nodig is om e-commerce te laten uitgroeien tot een succes. Nacht- en weekendarbeid vormt in dat geheel een belangrijke spil. De maatregelen die onze regering de voorbije jaren op dat vlak nam, brachten ons enkele stappen dichterbij. Het zomerakkoord van eind juli moet het voor bedrijven finaal gemakkelijker maken om nachtarbeid in te voeren voor e-commerce. Toch zal het nog minstens een decennium duren vooraleer we het e-commerce lek volledig kunnen dichten. Veel zal afhangen van de wijze waarop we inspelen op twee kansen die zich aandienen.

Nieuwe investeringen

De eerste kans is een gevolg van robotisering en automatisering. De grote logistieke spelers staan de komende jaren voor cruciale keuzes met onder meer substantiële investeringen in automatisering. Robots zijn motorisch alsmaar meer voldoende fijnbesnaard om ook kleinere pikorders succesvol uit te voeren. Het omslagpunt waarbij goedkope (nacht)arbeid wordt vervangen door technologische vernieuwing komt steeds dichterbij. Dat is een kans voor het Vlaamse bedrijfsleven dat op technologisch vlak hoge toppen scheert, zowel met het oog op toelevering aan de bestaande e-commerce sector alsook met de uitbouw van nieuwe spelers op die markt. Een nadeel is wel dat – behoudens in de automatiseringssector - hierdoor vooral nieuwe jobs worden gecreëerd voor robots en in mindere mate voor mensen.

Belevingseconomie

Een tweede kans dient zich aan in de klassieke bedrijfswereld die alsmaar meer dient in te zetten op e-commerce. De cijfers hierboven geven aan dat onze eigen kmo’s op dat vlak alvast een streepje voor hebben. Die weg moeten we verder bewandelen door bedrijven klaar te stomen voor het tijdperk van de belevingseconomie. Er komt een gevoelige uitbreiding van de markt. Dat geeft ruimte voor verbreding van scope en differentiatie via niches. Het biedt ook kansen aan nieuwkomers.

Trendwatchers waarschuwen bovendien dat de klassieke e-commerce over haar hoogtepunt heen is. Consumenten willen hun aankoop beleven. Zo wordt bijvoorbeeld steeds meer ingezet op de combinatie van fysieke en digitale beleving (fygital). Consumenten worden dan in de winkel met gezichtsscans en interactieve schermen geholpen bij hun keuzes. De totaalbeleving wordt alsmaar belangrijker en dat zal de distributiesector aan den lijve ondervinden. Dat is ook de reden waarom concepten zoals U-place en aanverwanten steeds opnieuw zullen opduiken. Maar ook beleving in oude winkelcentra en authentieke stadskernen hebben om die reden een mooie toekomst. De belevingseconomie is veel meer dan alleen maar verkopen via het internet.