containers met Europese vlag, VS en China aan een ketting

Europese concurrentiekracht onder druk

De concurrentiekracht van de Europese economie vertoont sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne grote barsten. De hogere energiefactuur voor onze bedrijven weegt op hun competitiviteit, vooral ten opzichte van de VS en Aziatische landen. Daardoor krijgt de Europese (energie-intensieve) industrie het hard te verduren. De Belgische industrie heeft af te rekenen met een dubbele handicap: hoge energieprijzen én oplopende loonkosten.

Europese energiekostenhandicap

Voor de Europese industrie wegen in eerste instantie de hogere prijzen voor gas en elektriciteit zwaar op de concurrentiekracht. Hoewel de piek van september 2022 al een heel eind achter ons ligt, is de gasprijs in Europa nog altijd meer dan dubbel zo hoog dan voor corona”, weet Geert Janssens. “Omgerekend in dollar betaalde Europa deze zomer tof vijf keer meer dan de VS. 

Loonkostenhandicap

Waar Europa het in de wereld moeilijk heeft, hebben Belgische ondernemingen binnen Europa daarbovenop af te rekenen met  concurrentiehandicaps inzake energieprijzen en loonkosten. Ondanks de energienorm betalen onze energie-intensieve bedrijven in vergelijking met de buurlanden nog altijd meer voor hun energie.

Daarnaast tonen data van Eurostat aan dat de Belgische loonkostenhandicap terug is toegenomen. De Belgische loonkosten voor een uur arbeid liggen momenteel een derde hoger dan die in de eurozone. Meer relevant is het verschil met onze directe buren, namelijk Duitsland, Frankrijk en Nederland. Voor de coronapandemie was het verschil met deze directe buren gedaald tot 7,6 procent, onder meer door de indexsprong in 2014 en snellere loonstijgingen in Duitsland. Maar door de snelle opeenvolgende loonindexeringen van de voorbije jaren is onze handicap opnieuw gestegen, tot meer dan 12%.

De hoge inflatie van de voorbije jaren roept herinneringen op met de jaren 70. Toen heeft de stijging van de energieprijzen ook geleid tot een golf van inflatie die zich onder meer door de automatische indexering als een olievlek doorheen de hele economie verspreidde en die ons minder competitief heeft gemaakt.

Anders dan tijdens vorige inzinkingen duurt de malaise deze keer veel langer. De crisis dreigt structureel te worden.

Chemie zwaar onder druk

De daling van onze concurrentiekracht is niet zonder gevolgen gebleven. De bezettingsgraad van het productievermogen in de verwerkende nijverheid zakte naar een niveau dat we de voorbije dertig jaar alleen hebben gezien tijdens corona en de financiële crisis. De bezettingsgraad in de chemische nijverheid is zelfs gedaald naar het laagste niveau sinds het begin van de metingen. “Anders dan tijdens vorige inzinkingen duurt de malaise deze keer veel langer. De crisis dreigt structureel te worden”, waarschuwt Janssens.

Automatische indexering

Geert Janssens beperkt zich niet tot berekeningen. Hij formuleert ook voorstellen. Hij wil dat de regering werk maakt van een echte energienorm, die uitgebreid wordt naar het gewestelijk niveau, dat ook de energiekosten voor een aanzienlijk deel bepaalt. 

Een andere werf, wellicht voor de volgende federale regering, is de automatische loonindexering. De OESO verwacht dat de loonkosten bij onze buren de komende jaren een inhaalbeweging maken. Dan zouden we onze loonkostenhandicap weer kunnen afbouwen. Maar aangezien een nieuwe golf van inflatie niet is uitgesloten, blijft het nuttig om na te denken over strategieën voor zo’n scenario. 

Een oplossing kan erin bestaan om het tempo van de loonindexeringen (tijdelijk) aan te passen, vooral in concurrentiegevoelige sectoren. Een indexering in centen in plaats van in procenten of een index die wordt afgetopt vanaf een bepaald bruto-inkomen zou ook bespreekbaar moeten zijn. Zo’n indexeringsmechanismen beschermen tegelijk de koopkracht van de lagere inkomens én de concurrentiekracht van de economie.

Lees ook het interview met Geert Janssens over de Europese concurrentiekracht in Trends van 5 september 2024.