Digitale revolutie, duurzaamheidsrevolutie?

Duurzaamheid zit steeds meer bedrijven in de genen. Dat blijkt uit de recentste duurzaamheidsstudie van McKinsey (dec. 2017).

Bijna de helft (46%) van de bevraagde bedrijven verwijst naar de eigen waarden en missie als reden waarom men duurzaam onderneemt. Daarmee is de interne drijfveer veruit de voornaamste motivatie.

Reputatiemanagement (32%) en het tegemoetkomen aan verwachtingen van consumenten (24%) scoren als tweede en derde populairste motivaties een pak lager (zie figuur).

Meer en meer nestelt duurzaamheid zich dus in de kern van de bedrijfsvoering. Een goede zaak.

Technologie als katalysator

De McKinsey-studie peilde ook naar trends en ‘events’ die de inspanningen op het vlak van duurzaamheid doen toenemen. Een interessant gegeven daarin is de rol van (digitale) technologie als katalysator voor duurzaamheid bij bedrijven. Denk daarbij aan energie-efficiënte automatisering, big data analyses voor het monitoren van energiegebruik of digitale platforms die bedrijven helpen in dialoog te gaan met hun stakeholders. Het goedkoper worden van deze technologieën heeft vanzelfsprekend een gunstig effect op het gebruik ervan.

Voor 54% van de organisaties zijn die technologische ontwikkelingen (heel) bepalend om meer te doen. Veel meer dan politieke initiatieven op vlak van duurzaamheid zoals de klimaatonderhandelingen (31%) en de Sustainable Development Goals van de VN (24%). Dat betekent niet dat deze akkoorden niet van belang zijn. Wel dat overheden daarnaast een belangrijke bijdrage kunnen leveren door de ontwikkeling van duurzame digitale technologie meer te faciliteren en te ondersteunen. Op die manier kan de digitale revolutie dus ook een duurzame revolutie zijn.

Niet automatisch duurzaam

Al betekent digitaal niet automatisch duurzaam. Kijken we bijvoorbeeld naar de bitcoin, de virtuele munt waarmee via blockchaintechnologie transacties kunnen gebeuren zonder tussenkomst van een bank. De ontginning van die bitcoins — de rekenkracht die nodig is om ze ontsleutelen — zou evenveel elektriciteit vergen als de helft van het jaarverbruik in Vlaanderen. De digitale goudkoorts op deze digitale munten is dus tegelijk een ecologische ramp.

“De ontginning van die bitcoins — de rekenkracht die nodig is om ze ontsleutelen — zou evenveel elektriciteit vergen als de helft van het jaarverbruik in Vlaanderen.”

Het toont hoe de digitale revolutie maar duurzaam zal zijn als we ze vanuit dezelfde kritische houding benaderen zoals pakweg de energiesector of de textielindustrie de voorbije decennia hebben ervaren. Waartoe dient de technologie of innovatie? Hoe komen ze tot stand? Welke impact hebben ze op mens en maatschappij? Hoe kunnen we negatieve consequenties, zoals energieverbruik, vermijden?

Niet de technologie op zich, maar de visie van waaruit ze ontwikkeld wordt en de mate waarin men daarin rekening houdt met de ruimere maatschappelijke impact is daarvoor bepalend. Dat die visie meer dan ooit leeft in de bedrijfswereld, zoals de McKinsey-studie aantoont, is in die zin hoopgevend.