Deeleconomie: alles komt terecht

De deeleconomie is fundamenteel niet nieuw. Het is een positief verhaal dat geen overregulering behoeft. De schrik voor het nieuwe mag niet tot protectionisme leiden. We moeten eerder leren sneller het nieuwe te omarmen.

Aan het woord is Alexander Van Laer. De oprichter van FLAVR en Poppy Mobility is nog jong maar al ervaringsdeskundige.

“We moeten leren innovatieve initiatieven sneller te omarmen.”

Voor Van Laer brengt de deelconomie niet echt een nieuwe revolutie. We krijgen gewoon een andere invulling van wat al bestaat. De technologie is daar de aanleiding voor, weet Alexander: “Voor de industriële revolutie hadden we een maatschappij van ambachten. Dat waren eigenlijk kleine zelfstandigen die handel dreven. Daarna kregen we schaalvoordelen en meer productie door fabrieken. Die vergden veel middelen. Door de digitale revolutie gaan we terug naar het dorp met de ambachten. Het enige verschil is dat de plaats van verhandelen niet langer een fysieke markt is, maar het internet en de platformen."

"Mensen hadden nog nooit zoveel mogelijkheden om direct handel met elkaar te drijven dan vandaag. Dat is eigenlijk een enorm positieve ontwikkeling die niemand schrik hoeft aan te jagen. Ik geloof in de vele opportuniteiten.”

Regulering

Toen Van Laer FLAVR opstartte en naar de fiscus stapte om een regeling uit te werken, werd hij meteen aangemaand zijn activiteit stop te zetten. Er was immers nog geen regelgeving voor het verkopen van huisbereide maaltijden aan mensen in de buurt. Het brengt ons meteen bij de roep naar regulering van de deeleconomie. Van Laer: “Ik geloof meer in een systeem dat duidelijk zegt wat écht niet mag. Wat daar niet onder valt, mag per definitie wel. Als uit nieuwe cases blijkt dat iets niet koosjer is, wordt dat aan de negatieve lijst toegevoegd. Eerder zoals het Angelsaksische systeem dus.”

“In ons land willen we alles meteen reguleren. Hierdoor hebben we het moeilijk met wat nieuw is. Dat leidt vaak tot overregulering en achterhaalde regels die niemand nog in acht neemt. Ik geloof dat een deregulering hierdoor nodig zal zijn. Mijn advies aan de politiek is om innovatie goed op te volgen en snel te schakelen. Maar reguleer vooral nooit voor de innovatie heeft plaatsgevonden. Dat werkt niet. Omdat je niet alles kan reguleren, geloof ik eerder in een kaderwetgeving. Deze zet de belangrijke krijtlijnen uit. Te gedetailleerde regulering leidt tot micromanagement. En dat werkt in bedrijven ook niet.”

Race to the bottom

Negatieve stemmen spreken over de ‘race to the bottom’ binnen de deeleconomie. Arbeid wordt er vaak uitgebuit en de uurlonen gaan naar historische dieptepunten. Van Laer ziet het anders: “Als ik morgen beweer uw keuken te komen installeren voor tien euro, zal ik met vragen worden overstelpt. Tot men zal zien dat ik geen kwaliteit kan leveren voor die prijs. De kracht van platformen bestaat in peer-reviews, die andere mensen snel een duidelijk beeld van de dienstverlener geven. Dat mechanisme is zelfregulerend."

"Een platform moet transparantie hoog in het vaandel dragen en te goeder trouw zijn. Maar dat is niet anders in de klassieke economie. Alleen zeggen we daar niet dat, omdat een bedrijf slecht werkt, de volledige sector malafide is. In de deeleconomie worden de zaken vaak uitvergroot. Een platform dat haar verantwoordelijkheden niet opneemt, betekent niet dat de deeleconomie niet zou werken. Deze platformen moeten worden aangepakt, zoals in de reguliere economie. Ze zullen snel vervangen worden door andere die het beter willen doen.”