Louis De Jaeger

Voedselbos als ultieme landbouwvorm

Omdat het klassieke landbouwmodel voor roofbouw zorgt en van de grond woestijnen maakt, ijvert Louis De Jaeger voor voedselbossen. “Het is een duurzame vorm van landbouw, die een symbiose vormt met de natuur”, zegt hij. “Jaarlijks wil ik honderdduizenden hectaren verduurzamen.”

Een voedselbos kopieert de principes van een bos, maar werkt met eetbare gewassen in meerdere lagen: gaande van kruiden en planten tot struiken en bomen. “Het is een vorm van duurzame landbouw”, legt Louis De Jaeger uit. “Vandaag is het meeste voedsel afkomstig van eenjarige productie. Elk jaar moet je opnieuw zaaien, ploegen, bemesten, bespuiten en bewateren. Net als in een natuurlijk bos is er voor een voedselbos minder arbeid nodig — je moet bijvoorbeeld niet bijwateren — en is kunstmest overbodig. Het voedselbos is een ideaal middel om de polarisatie tussen landbouw en natuur te doen wegsmelten en die twee werelden met elkaar te verbinden.”

Regeneratieve landbouw

Zijn inspiratie haalde Louis De Jaeger onder meer in de Verenigde Staten en Mexico. Op zijn achttiende was hij de school beu en trok de wijde wereld in. Hij ontdekte toen een passie: duurzame landbouw. “In Mexico en Centraal-Amerika zag ik vierkante kilometers monocultuur die het landschap verwoestte. Omdat de velden uitgeput waren, leden de mensen honger. Als mens zijn we verantwoordelijk voor die ondergang.”

Maar hij zag ook projecten die aan regeneratieve landbouw deden en de ommezwaai maakten van woestijn naar voedselbos. “De sleutel ligt in het zelf restaureren van landschappen.” Na vijf jaar zelfstudie volgde hij nog een wetenschappelijke richting — bachelor in de agro- en biotechnologie — en startte het tuinarchitectenbureau Commensalist, gespecialiseerd in voedselbossen, op.

Zaadjes planten

Met Commensalist zet Louis De Jaeger zich in voor het ontwerp van grootschalige voedselbossen, gericht op duurzame voedselproductie met ruimte voor natuur en biodiversiteit in België en de wereld. “Onze projecten variëren van dertig vierkante meter voedselbos in een Belgische binnenstad tot driehonderd hectare in Mallorca.”

Met zijn bedrijf heeft hij drie missies. Een eerste is zoveel mogelijk hectare duurzaam maken. “Daarnaast wil ik zoveel mogelijk mensen inspireren. Je kunt geen verandering in de maatschappij brengen zonder eerst een zaadje te planten in de hoofden van mensen. Ten slotte moet het ook leuk zijn. De transitie naar een duurzamere wereld moet fun zijn. Anders krijgen we niemand mee en word ik het zelf ook beu.”

Door een notenboom te planten, plukken je achterachterkleinkinderen er nog altijd van. Het is een multigenerationeel project.

Hij ontwerpt landschappen die verschillende generaties meegaan. “Door een notenboom te planten, plukken je achterachterkleinkinderen er nog altijd van. Het is een multigenerationeel project. Let wel, we gaan nooit bestaande bossen omvormen naar voedsel. Een voedselbos is ook een tegenreactie op de consumptiemaatschappij. In deze tijden waarin we in kwartalen denken, leren we mensen meer op lange termijn denken. Dat is niet alleen ecologisch, maar ook economisch belangrijk.”

Hij ziet voedselbossen als een mooie verbinding tussen natuur en landbouw. In een voedselbos zit er dikwijls evenveel of zelfs meer biodiversiteit dan in een natuurgebied. “Vergeet ook niet de beleving. Een voedselbos is ook interessant omdat mensen daarin kunnen wandelen. Landbouwgebied is niet zo toegankelijk voor de mens. Sommige plekken zijn echt saai.”

Lees het volledige artikel in het juninummer van Ondernemen.