Pieter Loose

Pieter Loose: impact creëren met zuiver water als exportproduct

Ekopak verkoopt en verhuurt installaties om water te zuiveren en te hergebruiken. Om duurzamer te werken, lanceerde het waterzuiveringsbedrijf Water-as-a-Service (WaaS) en ontzorgt het de klanten. Later dit jaar verhuizen de medewerkers naar Deinze. “We doen wat we prediken door het nieuwe hoofdkantoor en de productiesite af te koppelen van het drinkwaternet”, zegt Pieter Loose, CEO van Ekopak.

Het waterzuiveringsbedrijf werd opgericht in 2004 om bedrijven uit de chemie, farma-industrie en voedingssector te helpen om hun afvalwater te zuiveren en opnieuw te gebruiken als proceswater.

In 2010 kwam Pieter Loose aan boord. Hij nam het bedrijf in 2013 over. “Het is niet onlogisch dat Ekopak hier in België is ontstaan”, vertelt Pieter Loose op de werf in Deinze. “Bijna heel onze economie draait op waterintensieve sectoren. Dat toont hoe kwetsbaar we zijn. Klanten hebben grote hoeveelheden water nodig voor hun productieproces. De klimaatverandering, die steeds zichtbaarder wordt met lange periodes van droogte en hevige regenbuien, dwingt bedrijven om een duurzame oplossing te zoeken. Anders lopen ze het risico op een blue out, waarbij ze op kritieke momenten geen water meer hebben.”

Dat is wat we willen: impact hebben in een domein dat de laatste honderd jaar weinig veranderde.

ETION: Jullie hebben op een bepaald moment beslist om jullie eindproduct — de waterzuiveringsinstallatie — niet te veranderen, maar het wel op een duurzamere manier te doen. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

Pieter Loose: “Het bewustzijn dat water schaars is, groeit. Daarom wil Ekopak de industrie loskoppelen van het drinkwaternet. Ook klanten willen niet meer de kraan met leidingwater opendraaien voor hun productieproces. Tegelijk zien ze het niet zitten om een complex toestel te beheren. Toen zijn we op het idee gekomen om zelf proceswater te leveren, via een ‘WaaS (Water-as-a-Service)’-model. We bouwen bij de fabriek van de klanten een zuiveringsinstallatie die we zelf beheren en onderhouden. Hierdoor ontzorgen we de klanten. Ze realiseren aanzienlijke besparingen, we factureren voor het volume water dat ze afnemen en ze verduurzamen hun activiteiten. De markt is er klaar voor, maar niet op de manier zoals we het vroeger deden.”

ETION: Die aanpak leidde tot een snelle groei.

“We zijn erin geslaagd om de recyclage van water in een duurzaam businessmodel te steken. Een goed product heeft geen zin als het niets opbrengt voor het bedrijf. Dan creëer je niet veel impact. En dat is net wat we willen: impact hebben in een domein dat de laatste honderd jaar weinig veranderde. Het is een vastgeroeste markt met zijn eigen problematieken, maar tegelijk geeft dat ook energie om als pionier baanbrekend te zijn en vooruit te denken. We streven naar een waardengedreven economie in plaats van een wegwerpeconomie. Onze groei uit zich onder meer in het aantal medewerkers. De voorbije drie jaar hebben we ons bedrijf uitgebreid van 30 naar 230 werknemers. De hr-afdeling heeft haar handen vol. Onze omzet is niet altijd een goede weergave van wat we realiseren, want daar hebben we te maken met een vertragingseffect. Van de fabrieken die we opstarten, hebben we een recurrente stroom van inkomsten maar omdat we geen installaties verkopen, duurt het iets langer om dit terug te verdienen.”

Met Water-as-a-Service hoeven jullie zich ook niet meer te beperken tot eigen land?

“Klopt. Onze klanten zijn grote spelers die onmiddellijk verder kijken dan België, Frankrijk of Nederland. Ze kunnen onze technologie op verschillende sites gebruiken, want ze hebben overal dezelfde waterkwaliteiten en technologie nodig. Cruciaal was de overname in 2023 van Global Water & Energy, het in Brugge gevestigd bedrijf dat al wereldwijd actief was. Onze klanten zitten niet alleen in stabiele sectoren, zoals chemie, farma, voedsel en drank, maar ook in opkomende sectoren. Denk maar aan recyclagefabrieken of elektrische batterijenfabrieken. Datacenters zoals die van Facebook, Google en Amazon, hebben ook water nodig.”

Lees het volledige artikel in het juninummer van Ondernemen.