Leestip: De meeste mensen deugen

In zijn recentste boek 'De meeste mensen deugen' ontkent historicus en journalist Rutger Bregman niet dat mensen in de fout gaan of elkaar veel kwaad aandoen. Wel argumenteert hij dat dit niet de norm is.

Is de mens van nature goed of slecht? In het rijtje klassiekers onder de filosofische vragen scoort deze behoorlijk hoog. Volgens de 17de-eeuwse filosoof Thomas Hobbes is de mens niet meer dan een wolf in schapenvacht en de beschaving niet meer dan een dun laagje vernis. Voor anderen zoals de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (18de eeuw) is de mens een ‘nobele wilde’. De mens heeft een natuurlijke afkeer van lijden en is daarom eerder geneigd tot empathie. Opvoeding en sociale invloeden bepalen of we die empathie blijven voeden of niet.

“Als we geloven dat de meeste mensen niet deugen, gaan we elkaar ook zo behandelen.”

Homo economicus

De Nederlandse historicus en Correspondent-journalist Rutger Bregman behoort duidelijk tot de tweede groep. Dat illustreert hij met zijn recentste boek De meeste mensen deugen (2019). De titel is tegelijk de conclusie van zijn boek. En die is ook relevant in economische zin. Bregman ontkracht namelijk een van de meest dominante mensbeelden uit de economische theorieën. Namelijk dat van de rationele homo economicus die steeds uit eigenbelang handelt.

Bregman is allesbehalve de eerste die deze mythe bekampt. Maar anders dan de denkers die hem voorgingen, bouwt hij zijn betoog op vanuit verhalen en studies uit diverse onderzoeksdomeinen. Vanuit de psychologie, filosofie, economie, … doorprikt hij één voor één bekende en minder bekende voorbeelden en verhalen die de mens als zelfzuchtig beest voorstellen.