Johan Albrecht

Johan Albrecht: De koolstofuitstoot blijft stijgen

‘CO2 emissions in 2022: growth in emissions lower than feared.’ Dat was de titel van het persbericht van het Internationaal Energie-agentschap. Daar spreekt opluchting uit, maar het kan niet verhelen dat de CO2-uitstoot in 2022 nog is gestegen met 0,9% en zo eens te meer een record had gebroken. De korte daling door de coronalockdown was daarmee helemaal van de baan.

Toch moet de uitstoot tot nul dalen in 2050, zoals afgesproken in het Akkoord van Parijs. Daarvoor moet de vraag naar fossiele brandstoffen drastisch afnemen. En dat ge­beurt dus niet, zelfs niet in een jaar met recordprijzen voor alle energiebronnen”, zegt professor Johan Albrecht van Universiteit Gent en mede­stichter van denktank Itinera. In 2022 verscheen zijn boek ‘Klimaatneutraal in 2050? Hoe organisaties het verschil kunnen maken’.

De markt werkt niet

Hij geeft toe dat door de oorlog in Oekraïne de bevolking in Europa grote inspanningen heeft geleverd, waardoor de vraag naar gas is gedaald met 20%. “Maar dat hebben we deels gecompenseerd door meer olie en kolen te gebruiken. De verbranding van steenkool brengt nog meer CO2 in de atmosfeer dan aardgas, dus dat helpt zeker niet. Europa kon niet meer rekenen op de Russische aanvoer en zo begon een wedloop naar aardgas van andere aanbieders, met de bekende prijsstijgingen tot gevolg. Daarmee sloot de EU feitelijk een hele reeks armere landen uit van de gasmarkt, waardoor die zich gedwongen zagen om over te schakelen op steenkool.”

Nog opvallender is wat er nu gebeurt in Europa. De prijs voor aardgas is dan wel drastisch naar beneden gegaan, maar ligt toch nog steeds dubbel zo hoog als voor de Russische inval in Oekraïne. “En intussen zijn we al niet meer zo zuinig op het gebruik van aardgas. De consument heeft de thermostaat weer op 21° gezet en heeft zich neergelegd bij een hogere factuur. De vraag stijgt weer omdat de echte prijsschok uitgewerkt is. Hoge fossiele prijzen horen bij het nieuwe normaal.”

Het prijsinstrument alleen zal de klus niet klaren.

Noorse elektriciteitsmarkt

Johan Albrecht maakt zich geen grote illusies over de impact van het prijsinstrument op ons dagdagelijks gedrag. Nochtans is een efficiënt en sturend marktmechanisme een essentieel principe in de wereld van straks met digitale meters, snel evoluerende stroomprijzen en slimme toestellen.

“Een dergelijke situatie bestaat nu al in Noorwegen: heel veel woonhuizen en bedrijfsgebouwen worden er nu al verwarmd met warmtepompen en andere elektrische verwar­mingstoestellen. 70 procent van de energiecontracten zijn ook al verbonden aan de spotmarkt, zodat elke Noor met­een kan inspelen op de prijsfluctuaties door meer stroom af te nemen wanneer het tarief laag is, of omgekeerd. Onlangs is er een studie verschenen over die reacties op prijsschommelingen. Daaruit blijkt dat de consumenten heel beperkt reageren: in de loop van 2021 zag men een verlaging van het verbruik met 3 procent op de dure piekmomenten. In 2022 kende ook Noorwegen een grote prijsstijging van de elektriciteit in navolging van de rest van Europa. Toen was er een sterkere reactie, namelijk met 9 procent. Min 9 procent is allesbehalve spectaculair en illustreert dat het prijsinstrument alleen de klus niet zal klaren”, zegt Johan Albrecht.

Lees het volledige artikel in het juninummer van Ondernemen.