Mario Draghi overhandigt zijn rapport 'The future of European competitiveness' aan Ursula von der Leyen

Geopolitiek is een blijvertje en de staat is terug

De nieuwe realiteit: machtsdynamiek boven economische principes

In de wereld van vandaag wordt economische concurrentiekracht niet langer alleen bepaald door marktkrachten. In plaats daarvan veranderen de spelregels door geopolitieke machtsdynamiek. Draghi's rapport, geprezen om zijn duidelijkheid en gebrek aan eufemismen, benadrukt hoe Europa's achterblijvende groei en productiviteit —  vooral in vergelijking met de Verenigde Staten en China — niet alleen economische kwesties zijn, maar ook bredere strategische uitdagingen weerspiegelen.

De opkomst van staatsinterventie

De rol van de staat in het economisch beleid wordt steeds belangrijker, of we dat nu leuk vinden of niet. Draghi's rapport pleit voor een alomvattende industriële strategie en benadrukt de behoefte aan gecoördineerde overheidsmaatregelen om beleid te financieren en uit te voeren dat innovatie, digitale transformatie en groene initiatieven stimuleert. Dit omvat voorstellen voor gemeenschappelijke EU-schuldinstrumenten om gezamenlijke investeringsprojecten te financieren, die het concurrentievermogen en de veiligheid van de EU zouden vergroten.

Waarom klassieke economische oplossingen niet langer volstaan

Het traditionele mantra van deregulering en minimale staatsinterventie is niet langer effectief in een wereld waar andere grote spelers, zoals China en de Verenigde Staten, actief gebruik maken van staatsmacht om hun economische agenda's aan te sturen. De door de staat gesteunde concurrentie van China vormt bijvoorbeeld een grote bedreiging voor de Europese industrieën voor schone technologie en de auto-industrie, waardoor een proactievere en meer gecoördineerde reactie van de staat nodig is. Hetzelfde geldt voor het cleantechbeleid van Biden, dat gebaseerd is op enorme subsidies voor binnenlandse producenten.

De weg voorwaarts van Europa

Als Europa concurrerend wil blijven, moet het een meer strategische en interventionistische aanpak hanteren. De belangrijkste punten uit het rapport van Draghi zijn:

  • Innovatie en commercialisering: Europa moet de innovatiekloof met de VS en China dichten, vooral op het gebied van geavanceerde technologieën. Het probleem is niet een gebrek aan ideeën of ambitie, maar eerder het onvermogen om innovatie om te zetten in commercialisering. Dit vereist een aanpak van problemen zoals risicokapitaalfinanciering in een laat stadium, marktfragmentatie en complexe regelgeving. Dit betekent meer EU en minder nationale regelgeving, zodat er een markt ontstaat die groot genoeg is voor Europese techbedrijven om in Europa te blijven.
  • Decarbonisatie en concurrentievermogen: Draghi pleit voor een huwelijk tussen decarbonisatie en concurrentievermogen, waarbij het energiekostennadeel van de EU wordt verkleind door te investeren in netwerkverbindingen, hernieuwbare energiebronnen en verlaging van energiebelastingen. Dit moet echter in evenwicht zijn met het beschermen van de groene industrie van de EU en waar nodig weerstand bieden aan China.
  • Sectorale strategieën: De EU moet in haar handels- en industriebeleid zorgvuldig gekalibreerde sectorale strategieën toepassen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen gebieden waar de EU haar concurrentievoordeel heeft verloren, sectoren die veel werkgelegenheid opleveren, sectoren die van belang zijn voor de veiligheid en opkomende industrieën.
  • Veiligheid en afhankelijkheden: De EU moet de veiligheid vergroten en de afhankelijkheid verminderen door te streven naar toegang tot kritieke grondstoffen, digitale diensten en gemeenschappelijke uitgaven voor de defensie-industrie. Deze samenwerking kan de kosten voor EU-landen verlagen.

Een oproep tot actie en coördinatie

Draghi's rapport is een pleidooi voor de EU om een echte industriële strategie te ontwikkelen, ondersteund door een duidelijk plan en strategische richting. Het benadrukt dat de lidstaten het eens moeten worden over wat ze willen en hoe dat te bereiken, in plaats van te vertrouwen op gefragmenteerd en ineffectief beleid. Het rapport stelt aanzienlijke investeringen voor, geschat op 750-800 miljard euro per jaar, om de innovatiekloof te dichten en het concurrentievermogen te verbeteren.

Belangrijkste uitdagingen en voorstellen

  1. Financiering en bestuur: Het verslag schetst de noodzaak van aanzienlijke investeringen en hervorming van de EU-begroting, die op weerstand van zuinige landen zoals Duitsland kan stuiten. Draghi's oproep voor een gemeenschappelijke schuld om een echt geïntegreerde Europese kapitaalmarkt te ontsluiten is een controversiële kwestie.
  2. Beleidscoördinatie: Draghi pleit voor nauwere beleidscoördinatie om de besluitvorming te versnellen, overregulering tegen te gaan en de EU uit te rusten met een echt buitenlands economisch beleid. De effectiviteit van zachte coördinatie via de Raad voor Concurrentievermogen is echter twijfelachtig.
  3. Innovatie en veerkracht: Het rapport stelt voor om het mededingingsbeleid te herzien en innovatie en veerkracht op te nemen als belangrijke overwegingen voor regelgevers. Dit zou helpen om een meer geïntegreerde EU-markt te creëren zodat techbedrijven snel kunnen schalen.

Conclusie

In dit nieuwe tijdperk, waarin machtsverhoudingen de economische resultaten dicteren, moet Europa zich aanpassen door de rol van de staat in het economisch beleid te versterken. Door een meer proactieve en gecoördineerde aanpak kan Europa zijn concurrentievermogen en welvaart veiligstellen in een snel veranderend mondiaal landschap. De tijd van klassieke economische oplossingen ligt achter ons; het is tijd voor een nieuwe, door de staat geleide strategie die de realiteit van de huidige geopolitieke economie erkent.

Het is tijd voor een nieuwe, door de staat geleide strategie die de realiteit van de huidige geopolitieke economie erkent.

Draghi's rapport laat overtuigend zien waarom Europa een echt plan en een echte strategie nodig heeft. Het is nu aan de EU-leiders, met name Frankrijk en Duitsland, om te kiezen tussen het opstellen van een echte groeiagenda of voor een ‘langzame lijdensweg’ te staan.

Maar gezien de huidige binnenlandse politieke problemen in Berlijn en Parijs zal het nu extra moeilijk zijn om overeenstemming te bereiken over zo'n grote herziening van het EU-beleid.