- ETION
- Kennis Verwerven
- De Nieuwe Theorie Van de Geldpers
De nieuwe theorie van de geldpers
26 juli 2022
De inspiratienota van ETION-hoofdeconoom Geert Janssens is geen pleidooi om MMT in te voeren. “De theorie geeft enkele aanzetten om iets nieuws te leren. Een grondige lezing van MMT brengt inzichten bij over de werking van de Europese Monetaire Unie, de aanpak van de pandemie en de financiering van de klimaattransitie. De oorlog in Oekraïne zet deze vraagstukken nog meer op scherp. Tegelijk moeten we aanvaarden dat er voor dit soort voorvallen geen simpele oplossingen bestaan, ook niet onder MMT”, zegt Geert Janssens, hoofdeconoom van ETION en auteur van de inspiratienota Moderne Monetaire Theorie: de praktijktoets.
Niet zo onconventioneel
“In heel wat opzichten is MMT helemaal niet onconventioneel. De opvattingen van MMT en de huidige consensusbenadering zijn verrassend gelijklopend. Zeker over de manier waarop de economie werkt, over het beleidskader voor macro-economische stabilisering en ook over de koffer aan instrumenten die men daartoe beschikbaar acht, is er weinig controverse. Beide benaderingen beogen prijsstabiliteit en volledige werkgelegenheid. (…) Dat vraagt in beide systemen om een anticyclisch macrobeleid: expansief wanneer de vraag kleiner is dan de potentiële productie om alzo hoge werkloosheid en mogelijke deflatie te vermijden. Restrictief wanneer ze tegen de maximale capaciteit aanleunt en de inflatie oploopt”, zo schrijft Geert Janssens.
Omgekeerde taakverdeling
Een bijzonder aspect van MMT is dat het de klassieke taakverdeling tussen centrale bank en overheid omkeert ten opzichte van de consensustheorie. Geert Janssens: “Concreet behoort volgens MMT het beleid (van de overheid, nvdr) volledige werkgelegenheid en prijsstabiliteit na te streven via de begroting. En dus niet via het monetaire beleid, zoals nu door de consensusbenadering wordt voorgeschreven. De taak van de centrale bank wordt daarmee herleid tot het voorzien in de geldbehoeften van de regering."
"Mochten er in de economie inflatierisico’s opduiken — wat niet ondenkbaar is wanneer de geldpersen op volle toeren draaien — dan moet de fiscale autoriteit (de regering) volgens MMT de belastingen verhogen om de economie af te koelen en de inflatie in te dijken. In plaats van de stand van de rente wordt de belastingdruk de sturende parameter. (…) De rollen worden dus omgekeerd. Budgettair beleid bewaakt het prijsniveau door middel van belastingen. Monetair beleid staat in voor het schuldniveau en is niet gebonden aan prijsstabiliteit.”
Mainstream economie
Hans Bevers, chief economist van Degroof Petercam is het eens met de analyse van Geert Janssens. “De uitgangspositie van MMT is vrij redelijk en in lijn met wat veel Belgische en internationale economen onderschrijven. Denk maar aan Paul Krugman, Olivier Blanchard, Mario Draghi, Ben Bernanke, Paul De Grauwe of Gert Peersman."
"Belangrijk is het inzicht dat een overheidsbudget niet op dezelfde manier beheerd moet worden als een huishoud- of bedrijfsbudget. Daarnaast toont Stefanie Kelton aan dat de overheid en de privésector in belangrijke mate reageren als communicerende vaten. Uitgaven van de overheid komen terecht in de reële economie bij gezinnen en bedrijven. Een tekort bij de een leidt tot een surplus bij de ander."
Een overheidsbudget beheer je niet op dezelfde manier als een huishoud- of bedrijfsbudget.
"Professor Kelton en haar collega’s wijzen er ook op dat een zeer soepel geldbeleid met zeer lage rentes en geldcreatie, niet automatisch hoeft te leiden tot hyperinflatie. Een hoge overheidsschuld hoeft op zich niet tot paniek te leiden op de financiële markten als het land in kwestie over een eigen munt en een doortastende centrale bank beschikt. Maar dat is niet het geval voor de lidstaten van de Eurozone die hun eigen munt opgaven voor de euro.”
Hans Bevers wijst ook op de tekortkomingen van de nieuwe liberale theorie die tot voor kort nog werd aangehangen door heel wat economen. Die neoliberalen hadden een obsessie ontwikkeld voor het strakke begrotingsevenwicht. Dat had erg nare gevolgen in de nasleep van de financiële crisis, toen heel wat Europese landen gedwongen werden te besparen met een recessie tot gevolg. Dat falend beleid liet ruimte voor een nieuwe theorie als MMT.
Ongeschikt in de huidige situatie
Erik Buyst, gewoon hoogleraar economische geschiedenis aan de KU Leuven, ziet ook interessante inzichten in de Moderne Monetaire Theorie. De analyse door Geert Janssens vindt hij nuttig en genuanceerd.
“De theorie biedt wel weinig meerwaarde voor de economische toestand waarin we ons nu bevinden. Bovendien is het gevaarlijk als de notie van geld drukken om een economisch probleem op te lossen, het enige is wat blijft hangen in politieke kringen. Zeker in een land als België hebben we geen nood aan dergelijke ingrepen. Het komt er veeleer op aan om de tering naar de nering te zetten en keuzes te maken. Dat is een vervelende boodschap voor beleidsmensen die zich geconfronteerd zien met enorme uitdagingen die zeer veel geld zullen kosten. Denk maar aan bekende problemen als de kost van de vergrijzing. In België weten we al jaren dat dit op ons afkomt en toch heeft men nog steeds geen buffer opgebouwd. Recenter kwamen daarbij de investeringen om de klimaatopwarming tegen te gaan. En door de oorlog zien we dat we defensie lang hebben genegeerd en dat daar grote investeringen nodig zullen zijn."
MMT biedt weinig meerwaarde voor de economische toestand waarin we ons nu bevinden.
"Voor mij is het beheer van de Belgische begroting het fundamentele probleem. De overheid is heel snel bereid om geld uit te geven om een crisis aan te pakken, maar verzuimt daarna om de kraan weer dicht te draaien. De Nederlandse overheid is dan een stuk zuiniger. Ze geeft ten eerste in verhouding minder geld uit, maar ze draait die uitgaven ook snel weer terug wanneer ze niet meer nodig zijn. In België moeten de overheden nog leren om hun uitgaven terug te schroeven. Ik denk dat de MMT met haar belofte van onbeperkte geldcreatie geen goed instrument is om het belangrijkste Belgische probleem op te lossen”, zegt Erik Buyst.
Lees het volledige artikel in het juninummer van Ondernemen.