De mismatch van het hoger onderwijs

Fotograaf
Johan Martens

Opinie van Geert Janssens

Ondanks de grote nood aan ondernemend en technisch geschoold personeel op onze arbeidsmarkt blijft het wachten op een meer adequaat financieringsmodel voor hogescholen die met hun opleidingen tegemoetkomen aan die verzuchting. Ben Weyts, kersvers minister van Onderwijs in de Vlaamse regering, krijgt enkele concrete werkpunten voorgeschoteld.

De nood aan ondernemende en technisch geschoolden op onze arbeidsmarkt is groot en daar zal niet meteen verandering in komen. Gegeven de grote maatschappelijk-economische meerwaarde, werden de voorbije jaren pogingen ondernomen om de perceptie rond technische beroepen en hun bijhorende opleiding, te verbeteren. Onder meer de STEM-hervormingen moeten studenten in het secundair onderwijs motiveren om te kiezen voor technisch georiënteerde studierichtingen. Inmiddels blijft het echter wachten op een meer adequaat financieringsmodel voor onze hogescholen die professionele bachelors in deze richtingen aanbieden.

Subsidiëring

De subsidiëring van hogescholen voor deze nochtans zeer succesvolle opleidingen is namelijk nog steeds gebaseerd op de zogenaamde OBE’s of onderwijsbelastingeenheden. Opleidingen tot leraar of verpleegkundige genieten op basis van dit systeem een financieringsfactor van 1,6. Opleidingen tot orthopedagoog en maatschappelijk werker krijgen een factor van 1,4 toebedeeld. Technologische opleidingen moeten genoegen nemen met een factor 1,2 en economische opleidingen, waaronder ook informatica, krijgen slechts 1 OBE. Concreet krijgt een onderwijsinstelling voor elke student in de verpleegkunde aldus 60% meer toelage dan voor een student in economische richtingen.

Dat is in theorie want in realiteit gebeurt de subsidiëring binnen een gesloten enveloppe. De totale pot aan middelen die op basis van OBE’s wordt verdeeld onder de hogescholen, groeide niet mee met het aantal studenten. Daardoor is de subsidie per student fors teruggevallen. Dit geldt voor alle hogescholen en voor alle professionele bacheloropleidingen, maar het spreekt voor zich dat de kwaliteit van de opleidingen handelswetenschappen, bedrijfskunde, industriële wetenschappen en technologie extra onder druk staat als gevolg van het systeem van de onderwijsbelastingeenheden. Tijdens het voorbije academiejaar ging het om meer dan 50.000 studenten.

Digitale realiteit

In 2007 benadrukte de Raad van State dat verschillende OBE’s op basis van het gelijkheidsbeginsel enkel kunnen worden toegelaten mits grondige verantwoording van de gebruikte criteria. Dat de OBE’s een overblijfsel zijn van de hervormingen van het hoger onderwijs in 1994 kan bezwaarlijk als een objectief criterium doorgaan.

De huidige financiering gaat bovendien straal voorbij aan de digitale realiteit van vandaag. Is het normaal dat we de leverancier van onze belangrijkste grondstof in deze kenniseconomie financieren op basis van een model van een kwart eeuw geleden?

“Is het normaal dat we de leverancier van onze belangrijkste grondstof in deze kenniseconomie financieren op basis van een model van een kwart eeuw geleden?”

Digitalisering vraagt om een grondige hervorming van ons onderwijs met minder ex-cathedravorming en veel meer praktijkgerichte en intensieve begeleiding op maat via workshops, practica en coaching van persoonlijke ervaring in de werkomgeving. Dat is nodig om nieuwe complementaire en 21-eeuwse vaardigheden bij te brengen. Die hebben betrekking op de manier waarop informatie wordt vergaard, een overvloed aan data wordt verwerkt of complexe problemen worden opgelost. Het betreft ook analytische vaardigheden zoals probleeminzicht, het vermogen om hoofdzaak van bijzaak te onderscheiden, patroonherkenning en daarover kunnen communiceren. Evenzeer horen hierbij zachte competenties: samenwerking in multidisciplinaire teams, inlevingsvermogen, verbeeldingsvermogen,…

Dit is geen pleidooi voor een financiering van de hogescholen puur in functie van het bedrijfsleven maar de grote kloof tussen de huidige wijze van financiering en de beschikbare vacatures op de arbeidsmarkt, dreigt de maatschappelijke return onderuit te halen. Een betere financiering van bedrijfsgerichte en technologische opleidingen rendeert voor de betrokken student, de arbeidsmarkt en de samenleving.