De mentale exit richting circulaire economie

Fotograaf
Johan Martens

Duurzaamheid optimaliseert het systeem, maar verandert het te weinig. Met die zin prikkelde architect Thomas Rau de toehoorders tijdens het ETION Forum 2020. “Voor circulaire economie is een mentale exit nodig. Het product als een dienst is een allereerste belangrijke stap.”

De voorbije jaren is veel over duurzaamheid gesproken. De Duitse architect Thomas Rau geeft toe dat er al heel wat gebeurd is, maar dat duurzaamheid het huidige systeem alleen optimaliseert. “We gaan efficiënter en zuiniger om met onze grondstoffen, maar het systeem blijft hetzelfde. Uiteindelijk gooien we ze alsnog weg. Duurzaamheid is daarom eenrichtingsverkeer. Door de tijd heen wordt die optimalisatie steeds duurder en de stappen die we zetten steeds kleiner. Aan het einde van de rit beseffen we dat er niets is veranderd. Dan ontstaat het risico dat er wordt gemanipuleerd, zoals bijvoorbeeld in de Duitse automobielindustrie is gebeurd. Daarom moeten we het hele systeem in vraag stellen en voor circulariteit kiezen.”

Macht en verantwoordelijkheid

In een circulaire economie worden de grondstoffen niet uitgeput, maar blijvend ingezet. “Het betekent op een radicaal andere manier omgaan met onze grondstoffen”, zegt Thomas Rau. “Vandaag bevinden we ons in een wereld waar macht en verantwoordelijkheid volledig van elkaar gescheiden zijn. De producent bedenkt iets, maar hij is op geen enkele manier verantwoordelijk voor het behoud van de materialen en de schadelijke stoffen die hij uitstoot. Daarnaast wordt de levensduur van producten steeds korter.”

Dat illustreert Rau met het verhaal van de gloeilamp. “Twintig jaar na de eerste gloeilampen, in 1924, brandden die nog altijd. De producenten zijn toen in Genève samengekomen en spraken af om de lampen na duizend uur stuk te laten gaan. Nieuw bestaat niet meer, het enige wat je koopt, is ‘nog net niet stuk’. We lopen aan het einde van het systeem.”

“Circulariteit faciliteert verantwoordelijkheid.”

Macht en verantwoordelijkheid komen in het nieuwe circulaire businessmodel opnieuw samen. In plaats van een product biedt de producent een dienst aan. Bij een probleem moet de producent het oplossen. “Hij wordt verantwoordelijk voor de permanente consequenties van zijn eigen handelen. Als de klant na een tijd geen behoefte meer heeft aan de service, geeft hij het product gewoon terug. Circulariteit faciliteert verantwoordelijkheid.”

Thomas Rau verwijst naar zijn werk voor de lounge van Schiphol. Toen de lichtfabrikant met dozen standaardlampen voor de deur stond, stuurde Rau hem weg. Hij wou geen lampen, maar licht. “Opeens kwamen ze terug met een lamp die niet bestond. En die 15 jaar zou branden. Als de producent verantwoordelijk wordt, komt hij met een totaal nieuw product opdagen. Als een lamp stuk ging, moest de lampenfabrikant die zelf vervangen. En hij moest de energiefactuur zelf betalen. Enkele weken later kwam het bedrijf met een lichtplan: minder lampen, die langer meegingen (15 jaar in plaats van 6 jaar) en die minder energie (ongeveer 30 procent) verbruikten. Voor de lampenfabrikant is inmiddels de verkoop van diensten in plaats van producten een belangrijk nieuw verdienmodel.”

Op is op

Het economische systeem moet transformeren, van lineair naar circulair. “De aarde is een gesloten systeem, op is op”, zegt hij. “Er komt nooit iets meer bij. Alles wat we maken, is tijdelijk, maar de consequenties zijn wel permanent. Hergebruik van grondstoffen wordt steeds belangrijker omdat ze gelimiteerd zijn. Om de uitputting van de aardse hulpbronnen tegen te gaan, moeten we ze behouden en telkens opnieuw gebruiken voor nieuwe generaties producten. Aan het einde van het gebruik keren grondstoffen terug naar de fabrikant. Materialen blijven op die manier beschikbaar voor toekomstige producten. Dit stimuleert fabrikanten automatisch om te kiezen voor betere ontwerp- en materiaalkeuzes.”

Geen bouwafval meer

Maar dat betekent natuurlijk een maatschappelijke en economische verandering. Rau geeft met zijn architectenbureau alvast het goede voorbeeld door cyclisch voor te denken. “Maar een circulair gebouw bestaat niet. Ik heb het liever over het circulaire potentieel van een gebouw. Het hangt van de volgende generatie af of ze dat potentieel willen activeren of niet.”

Om te voorkomen dat materiaal op afvalbergen terechtkomt, bedacht Rau het materialenpaspoort. Dat beschrijft precies hoeveel van ieder materiaal in een gebouw is gebruikt. “Afval is materiaal dat zonder identiteit in de anonimiteit is terechtgekomen. Daarom beslisten we aantal jaren geleden om die materialen te documenteren, te archiveren en te registreren”. Rau richtte in 2017 het Madaster op, naar analogie met het kadaster. Door ieder gebouw te voorzien van een materialenpaspoort wordt het hergebruik van materialen eenvoudiger.

“Van al onze gebouwen weten we precies welke en hoeveel materialen erin zitten, wanneer er onderhoud moet gebeuren en op welke manier we het gebouw uit elkaar kunnen halen.”

“Dankzij dit publieke online platform kunnen we materialen oneindig blijven hergebruiken, omdat ze geregistreerd staan. Zoals de appelboom de zon nodig heeft om appels te laten groeien, zijn wij op zoek gegaan naar de ‘zon’ van wat we maken en produceren. En dat zijn data. Alles krijgt een identiteit zodat het altijd traceerbaar is. En als het te traceren is, is het oneindig beschikbaar”, zo concludeert Thomas Rau. “Van al onze gebouwen weten we precies welke en hoeveel materialen erin zitten, wanneer er onderhoud moet gebeuren en op welke manier we het gebouw uit elkaar kunnen halen.”

En er hangt ook een financieel voordeel aan vast, voegt Thomas Rau er nog aan toe. “Gebouwen worden niet meer naar nul afgeschreven, maar er wordt rekening gehouden met de blijvende waarde van materialen. Want een waardeloos gebouw wordt gefaciliteerd door zijn waardevolle materialen.”