De Leerkracht Paradox

Fotograaf
W&F

1 september, beelden van kleuters op hun eerste schooldag, fietsende scholieren, een interview met een schooldirecteur en uiteraard een debat over het onderwijs en nog liever over ‘de leerkracht’ vullen de media. Al snel gaat het dan weer over de clichés van het beperkt aantal uren dat ze moeten lesgeven en ‘al die vakanties’…. Vaak overstijgt de discussie niet eens het niveau van het gemiddelde kerstfeest waar de leerkracht van de familie zich moet verantwoorden voor al die voordelen aan de job en dat in ruil voor ‘maar’ een paar uurtjes voor de klas staan. Ook ouders van leerlingen kijken steeds vaker neer op leerkrachten en weten het vaak beter dan die luie leerkrachten die het toch zo gemakkelijk hebben en dan nog zo dom zijn om hun kind een buis te geven.

Tegelijkertijd lazen we in De Morgen van 7 januari dit jaar dat er een groot lerarentekort is, dubbel zo groot als het jaar voordien. In januari waren er nog bijna 2500 vacatures niet ingevuld. Een vreemde situatie toch, waarbij voor een job met zo weinig werk, zo veel voordelen en vakantie, toch zo weinig mensen worden gevonden die ze willen uitoefenen.

Dat is de leerkracht paradox. Iedereen heeft een mening over leerkrachten en vindt dat ze het super gemakkelijk hebben. Anderzijds is er een groeiend tekort aan leerkrachten. We zouden verwachten dat al die tantes en nonkels van de kerstfeesten en die ouders van die gebuisde kinderen naar de lerarenopleiding zouden lopen om ook zo’n gemakkelijke carrière te beginnen.

“Als er bij de spaghetti ’s avonds even neerbuigend over leerkrachten en hun gemakkelijke job wordt gesproken als bij de kalkoen met Kerstmis, dan kunnen we ook niet verwachten dat die zoon en dochter de dag nadien respectvol omgaat met zijn of haar leerkrachten.”

Maatschappelijk aanzien

Maar dat zien we niet. Vorig jaar berichtte deze krant nog dat bijna de helft van de leerkrachten in het secundair onderwijs na vijf jaar het vak verlaat. Toch niet allemaal rozengeur en veel vakantie dan? Er is natuurlijk het gebrek aan benoemingen, leerkrachten die twee of drie deeltijdse jobs moeten zien te combineren en een gebrek aan begeleiding.

Maar misschien is één van de elementen die meespeelt wel deel van de paradox. Het dédain, waarmee leerkrachten vaak behandeld worden door de maatschappij, draagt niet echt bij tot het welbevinden in de job.


Vroeger waren leerkrachten mensen met aanzien. Tijdens mijn eigen schoolcarrière eind jaren tachtig spraken we de leerkrachten in het lager onderwijs nog allemaal aan met ‘Meester Willems’, ‘Meester Geerts’, met de achternaam. De lokale schooldirecteur was nog iemand met een job met aanzien in het dorp. Nu krijgen leerkrachten mails met ‘Hei Sofie’, als er al een aanspreking aan het begin van de mail staat. Leerlingen schrijven wat de leerkrachten nog ‘moeten’ doen, zijn onbeschofter in de klas en hebben steeds meer eisen.

Respect

Die daling van het maatschappelijk aanzien komt bovenop een daling van het respect voor de leerkracht in zijn functie. Respect voor de leerkracht als professional. Waar ouders vroeger vaak de kant van de leerkracht kozen, kiezen ze nu vaker voor het gelijk van zoon of dochterlief. In het gezegde van de vader die zijn zoon een extra pak slaag gaf als hij er op school een kreeg, zat iets van waarde in. Tegenwoordig geloven ouders vaker hun kinderen dan de leerkracht. Beslissingen van leerkrachten worden steeds vaker aangevochten voor het gerecht. Nog een teken van het groeiend wantrouwen tegenover leerkrachten en scholen.

En hoewel de technologie de afstand misschien wel wat verkleint tussen leerkracht en leerling, zijn de leerlingen van nu toch niet zoveel anders dan die van dertig jaar geleden? Of toch wel. Wat er misschien verschilt, zijn hun ouders en de opvoeding en waarden die ze meegeven aan hun zonen en dochters. Als er bij de spaghetti ’s avonds even neerbuigend over leerkrachten en hun gemakkelijke job wordt gesproken als bij de kalkoen met Kerstmis, dan kunnen we ook niet verwachten dat die zoon en dochter de dag nadien respectvol omgaat met zijn of haar leerkrachten. En misschien maken deze anders opgevoede leerlingen (en hun ouders) wel juist die job van leerkracht zo zwaar.

Is dat niet de basis van de leerkracht paradox, een maatschappij die steeds minder respect heeft voor het beroep van leerkracht en dan schrikt dat er geen leerkrachten meer gevonden worden? Misschien krijgt een land niet enkel de politici die het verdient, maar ook de leerkrachten die het verdient. En dat lijken er alsmaar minder te worden…