schip met waterstoftanks

De energiedrager van morgen?

De rondreis van ons koningspaar in de Golfstaten begin februari laat misschien anders vermoeden. Ze deden onder meer een productie-installatie van groene waterstof aan. Het Belgische bedrijf Deme bouwt er een waterstoffabriek. Met schepen zal een deel van die waterstof (en afgeleiden zoals methanol en ammoniak) naar België komen. Aangezien die waterstof geproduceerd wordt met energie uit windmolen- en zonnepaneelparken in Oman, gaat het om groene waterstof. Ziedaar een niet onbelangrijk hoofdstuk in onze transitie naar koolstofneutraliteit.

Een energiedrager, geen energiebron

Maar dat betekent niet dat we waterstof binnen afzienbare tijd zullen gebruiken voor onze auto’s, verwarmingsnetten, treinen… Nochtans is waterstof een goed opslagmedium en heeft het een belangrijke troef ten opzichte van batterijen. Die kunnen zonne- en windenergie hoogstens een paar dagen opslaan. Waterstof kan men langer opslaan en inzetten om elektriciteit of warmte te produceren (in ketels of gasturbines). Mits aanpassing van motoren kunnen ze ook in het transportwezen ingezet worden.

Op papier lijkt waterstof een Zwitsers zakmes, omdat je theoretisch elke energievraag kan opvangen met waterstof.

Technisch kan dat inderdaad. En toch ziet Pieter Lodewijks uiteindelijk slechts een sterk gelimiteerde toepassing qua sectoren en energievragen. Pieter Lodewijks is programmamanager binnen VITO/EnergyVille en leidt een twintigtal onderzoeken naar energiebeleid en energiesysteemanalyse. “Wij berekenen scenario’s om tegen 2030 en 2050 naar een net zero carbon energiesysteem te evolueren.” In die rol kijkt hij ook naar waterstof. “Op papier lijkt waterstof een Zwitsers zakmes, omdat je theoretisch elke energievraag kan opvangen met waterstof, maar waterstof is een energiedrager en geen energiebron. Je moet het dus produceren. En waterstof is slechts groen indien je die kan produceren met groene stroom en voorlopig is er daarvan veel te weinig.” Talrijke projecten voor waterstof dreigen dan eigenlijk grijs te zijn of blauw.

Eerst directe elektrificatie, dan waterstof

Wat niet wegneemt dat er ook vandaag al veel gebruik wordt gemaakt van waterstof. Pieter Lodewijks: “Het grootschalige waterstofgebruik vandaag zien we vooral in de chemiesector, met name in de ammoniakproductie en in raffinaderijen voor ontzwaveling van ruwe olie. Het gaat daar bijna uitsluitend over de ‘grijze waterstof’, geproduceerd door ‘steam methane reforming’, het ‘kraken’ van aardgas. In scenario’s voor 2030 en zeker 2050, zie je wel dat raffinaderijen minder brandstoffen zullen produceren doordat de vraag daalt, maar anderzijds zullen ze dan misschien weer meer feedstock (grondstoffen voor de chemie) produceren. En ook in de ammoniaksector zie je een potentiële daling van de productie in kunstmest. Maar daar staat dan weer tegenover dat de staalsector en een aantal chemische sectoren weer extra waterstof kunnen gebruiken.

Maar wat moet de leek dan denken over berichten over bussen, vrachtwagens, treinen... op waterstof? “In de transportsector zal waterstof waarschijnlijk wel een rol spelen voor zware vracht en langeafstandslucht- en scheepvaart.” Maar de personenauto op waterstof is een dood spoor. En de residentiële sector? Voor woningen zijn oplossingen via warmtenetten en directe elektrificatie via warmtepompen een veel meer voor de hand liggende optie. Lodewijks: “Het zou zinloos zijn om hier waterstof te gebruiken: voor de groene productie zou je groen opgewekte stroom moeten gebruiken en die is er voorlopig nog te weinig. Met andere woorden, directe elektrificatie is ruim drie keer efficiënter dan oplossingen via moleculen, zoals waterstof er een is.”

Lees het volledige artikel in het maartnummer van Ondernemen.