wereldbol symbool van COP26

COP26: doen wat nodig is

Onze klimaatplannen en acties beperken zich vandaag te vaak tot wat er mogelijk is. Wat er daarentegen nodig is om de opwarming binnen de perken te houden, houdt ons te weinig bezig. De klimaattop is geslaagd wanneer wereldleiders de focus daarop kunnen leggen.

De klimaatzaak

Vindt u het goed dat de jongeren spijbelen voor het klimaat? Zijn de klimaatmarsen een goede zaak? Dit soort vragen krijgen opiniemakers en politici geregeld voorgeschoteld. Hoe logisch ze ook klinken, ze drijven helaas de polarisering rond klimaattransitie verder op. Er zijn immers geen correcte antwoorden. Wie afwijzend antwoordt, riskeert het label van ‘klimaatontkenner’ te krijgen; wie het klimaatactivisme goedkeurt, krijgt het verwijt het belang van onderwijskwaliteit te miskennen. Men zou de vraagstelling ook als volgt kunnen opbouwen. Ten eerste: doen wij als samenleving vandaag genoeg om de klimaatopwarming tegen te gaan? Indien niet, wie gaat het dan wel doen?

Doen wij als samenleving vandaag genoeg om de klimaatopwarming tegen te gaan? Indien niet, wie gaat het dan wel doen?

Wat de eerste vraag betreft, is het antwoord helaas negatief. De klimaatbeloftes die tot op vandaag werden gedaan, zullen niet volstaan om het koolstofniveau onder de drempel te houden die nodig is om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5° Celsius. Vandaag wordt ongeveer 70% van de wereldwijde uitstoot van koolstof gedekt door nationale actieplannen (NDC’s) met daarin allerlei beloofde uitstootverminderingen. De commissie voor energietransitie, een wereldwijde denkgroep met stakeholders uit de energiewereld, concludeerde enkele weken geleden dat de beloofde uitstootverminderingen niet zullen volstaan en dat er een aanzienlijke kloof blijft tussen wat we beloven en wat nodig is. Een probleem is dat de beloftes te weinig concreet werden gemaakt.

Wie zal het doen?

Het antwoord op de tweede vraag volgt uit het voorgaande. Hoewel we afgelopen zomer hebben gezien dat de kosten van klimaatopwarming snel dichterbij komen, ligt de hoofdmoot van de lasten nog steeds in de (verre) toekomst. Dat geldt ook voor de opbrengsten van de acties die we vandaag ondernemen. Dit creëert een intergenerationeel spanningsveld. Wij worden gevraagd om vandaag te handelen zodat we kosten in een verre toekomst vermijden. Met andere woorden, vooral de komende generaties zullen de gevolgen van ons (niet) handelen dragen. Omdat producenten en consumenten in een vrije markt vooral rekening houden met hun onmiddellijke private kosten en opbrengsten, doen we collectief te weinig en handelen we veel te laat. Jongeren die dat beseffen, komen zelf in actie. Hun aantal zal groeien na elke volgende klimaatramp.

De klimaattop

Wat mogen we dan verwachten van COP26? Wanneer mogen we als verantwoordelijke burgers, inclusief de jongeren, tevreden terugblikken op deze topbijeenkomst? Alvast enkele minimumvoorwaarden:

  • De nationale beloftes moeten veel harder worden gemaakt met concretiseringen die we vanaf nu elk jaar kunnen opvolgen. Dat moet op veel meer transparante en publiek toegankelijke wijze. Dat is ook hard nodig om iedereen bij de transitie actief te betrekken.
  • Enkel wie zelf de daad bij het woord voegt, kan anderen mee over de brug trekken. Europa moet daarom op de top voet bij stuk houden met haar ‘green deal’ alsook met de aangekondigde koolstoftaks aan haar buitengrenzen. Dit is geen handelsprotectie maar is nodig om de hierboven beschreven marktfaling, namelijk het onvoldoende rekening houden met toekomstige kosten, te corrigeren.
  • Die consequente houding is ook nodig om China en andere snel ontwikkelende landen mee op de kar te krijgen. De koolstoftaks voorkomt dat China of andere landen concurrentieel voordeel zouden halen op de kap van onze klimaatambities. China gaf eerder deze week meer details vrij omtrent haar eigen klimaatplannen maar er blijven veel vraagtekens, onder meer rond het gebruik van steenkool voor energieopwekking. Meer concrete ambitie op dat vlak zou de top glans kunnen geven.
  • Rijke landen zullen meer inspanningen moeten doen om ontbossing en extractie van steenkool door armere landen tegen te gaan. De middelen die daartoe in Parijs 2015 werden beloofd, bleven uit. Deze belofte in Glasgow hard maken, creëert eveneens een wereld van verschil.
  • Een niet evidente uitkomst is dat landen wereldwijd afspraken zouden maken over het tijdspad van de transitie en plannen op elkaar zouden afstemmen. Dit is van belang om verdere ontwrichting van grondstoffen- en energiemarkten te voorkomen. Men kan de marktontwikkelingen uiteraard niet uitschakelen, maar meer coördinatie is hoe dan ook wenselijk om scherpe prijsschommelingen enigszins in bedwang te houden. Dergelijke samenwerking is ook zeer wenselijk rond technologische ontwikkelingen of de invoering van een wereldwijde koolstofbelasting om alzo discussies over concurrentievervalsing uit de weg te ruimen.

Het vervullen van deze voorwaarden is reeds een hele boterham. Misschien zijn ze voor heel wat jongeren nog niet genoeg. Ze zouden hoe dan ook een grote stap voorwaarts betekenen en het startschot kunnen geven voor een echte transitie en niet alleen eentje op papier.