Circulariteit: “We kantelen in de goede richting”

Het ETION Forum 2020 gaat op zoek naar businessmodellen die onze economie op een circulair en klimaatneutraal pad brengen. Ondernemen ging alvast eens polsen bij Iwein Meyskens (op de foto) en Joost Declercq van archipelago architects. De verantwoordelijkheid van ontwerpers is groot, zo vinden de partners. Gebouwen moeten makkelijk aanpasbaar zijn met makkelijk recycleerbare materialen.

archipelago architects ontstond een vijftal jaar geleden uit de fusie van een Brussels en een Leuvens kantoor die samen de toekomst tegemoet wilden gaan al investerend in gezonde beleving en duurzaamheid. Managing partner Iwein Meyskens: “Goede programmatie rond de thema’s wonen, leren, zorg en werken zijn onze bekommernis. We willen bijdragen aan het realiseren van de sustainable development goals (SDG) van de Verenigde Naties. Die liggen ons nauw aan het hart. Vandaar dat we de Green Deal rond het circulair bouwen hebben ondertekend en dat we ook het klimaatondersteunende Sign for my Future hebben onderschreven. We nemen daarom ook actief deel aan heel wat initiatieven die overheden, academische instellingen en andere groepen in ons land opzetten rond duurzaamheid.”

“We nemen deel aan heel wat initiatieven die overheden, academische instellingen en andere groepen opzetten rond duurzaamheid.” (Iwein Meyskens)

Perspectief

Joost Declercq wijst erop dat de verantwoordelijkheid als ontwerper van gebouwde ruimte groot is. Afhankelijk van de bronnen gaat tot 40% van de gebruikte materialen naar de gebouwde omgeving. Tot 40% van de geproduceerde afvalstoffen zijn bouwgerelateerd en datzelfde cijfer geldt voor de wereldwijde CO2-uitstoot: “We kijken niet langer enkel naar de milieu-impact en het energiegebruik tijdens de gebruiksfase van gebouwen, maar hebben oog voor de volledige levenscyclus van een gebouw. Dat begint bij de ontginning van de ertsen, het transport, de fabricage en eindigt bij de levensduur, het onderhoud en het levenseinde van het gebouw, dat je zo lang mogelijk wil uitstellen. Je mag het risico niet lopen te focussen op één element binnen de levenscycluskost. Dan denk je dat je goed bezig bent, maar verwaarloos je andere aspecten.”

Voor Meyskens en Declercq moet een circulair gebouw vooral goed ontworpen worden. De constructie moet daarbij niet enkel maximaal de functie vervullen waarvoor het ontworpen is. Het moet ook gemakkelijk andere functies kunnen absorberen, vult Joost Declercq aan: “Het gebouw kan zo meerdere levens hebben. Daar spelen vele parameters in mee, zoals de organisatie van het gebouw, de hoogte van de verdiepingen, de inval van daglicht en vele andere zaken die de laatste jaren onder druk kwamen te staan.”

Aanpassen moet kunnen met een minimum aan afvalcreatie. Dan moet je materialen opnieuw gaan valoriseren.” (Joost Declercq)

De partners verwijzen naar de gezondheidszorg, een levende sector met steeds wijzigende eisen, waar gebouwen uit de jaren 80-90 weer gesloopt dienden te worden omdat ze niet bedacht werden om aanpasbaar te zijn. “Aanpassen moet kunnen met een minimum aan afvalcreatie. Dan moet je materialen opnieuw gaan valoriseren. Wat eruit moet, dien je een nieuw leven te geven of te recycleren. Dat is recent uit het oog verloren bij steeds technischer wordende gebouwen. Het gevolg is dat je bij het slopen nog teveel naar het stort moet voeren in plaats van te hergebruiken”, weet Joost Declercq.