Als den uil niet zien en wil

Opiniebijdrage van Geert Janssens (De Tijd, 2 januari 2018)

De duik van de bitcoin eind vorig jaar met bijna 30 procent illustreert de fragiliteit van een beleggingsproduct dat er geen hoort te zijn. Dat de markt niet helemaal in elkaar is gestuikt, danken we aan de mentale tekortkomingen van beleggers.

Het is erg moeilijk een fundamentele waarde op virtuele munten te plakken. De schaarste van de bitcoin zit ingebakken in het concept: het aantal munten is beperkt tot 21 miljoen. De toekomstige waarde zal bovendien afhangen van de mate waarin virtuele munten al dan niet doorbreken in het betalingsverkeer en van welke munten het laken naar zich toe trekken.

Geen tastbaar goed

Een extra probleem is dat de bitcoin niet kan terugvallen op een tastbaar goed. Wel is er de onderliggende technologie van blockchain. Ook innovatieondernemer Peter Hinssen wees in De Tijd op het feit dat de bitcoin bewijst dat die technologie werkt. We mogen het kind dus niet met het badwater weggooien. Het waardevolle in veel dotcombedrijven is pas nadien gebleken. Dat zal bij de blockchain niet anders zijn.

“De koersstijging van de bitcoin is een gevolg van kuddegeest die eigen is aan financiële markten.”

De huidige hoge waardering voor de bitcoin volgt echter niet uit de potentiële waarde van de blockchain. Bitcoinbeleggers, eigenlijk speculanten, zijn daar doorgaans niet mee bezig. Voor hen is de bitcoin een beleggingsproduct waarmee ze kans zien om gemakkelijk geld te verdienen. Vanuit een gedragseconomisch oogpunt kunnen daarom heel wat gelijkenissen worden getrokken met eerdere financiële zeepbellen. De koersstijging van de bitcoin is een gevolg van kuddegeest die eigen is aan financiële markten.

Valkuilen

Vijf gedragsmatige valkuilen werken die kuddegeest in de hand. De eerste valkuil ontstaat doordat de bitcoin en aanverwanten zoals de uitgifte van virtuele munten niet meer uit het nieuws weg te denken zijn. Die media-aandacht is disproportioneel en geeft de bitcoin meer aandacht dan hij verdient.

De tweede valkuil draait om geanticipeerde spijt. De media-aandacht wakkert de angst aan om de trein te missen, zodat velen er alsnog op springen. Mensen horen verhalen over superwinsten. De angst om hun eigen inleg erbij in te schieten moet het steeds vaker afleggen tegen de vrees om grote winsten mis te lopen. Dat mentale kantelpunt is cruciaal.

De derde valkuil: ‘beleggers’ geloven dat ze de markt kunnen timen en in staat zullen zijn te verkopen voor het omslagpunt zich aandient. Bij velen kreeg die illusie een flinke knauw. De daling van de koers was tot zover de grootste test voor de koelbloedigheid van de markt. De tussentijdse uitslag valt mee. De ‘buy the dip’-mentaliteit lijkt te zullen overheersen. De koers lijkt te herstellen omdat velen denken dat het nu het moment is om goedkoop in te stappen. Je zou dat ook anders kunnen formuleren: wie nu pas instapt, koopt bitcoins van wie eerder is ingestapt en de piramide wil verlaten.

“De eerdere topkoers van 19.666 dollar is het nieuwe referentiepunt van de bitcoinbelegger.”

Opdat de boel niet in elkaar zou zakken, moeten echter genoeg kopers van gisteren blijven zitten. Dat is vooralsnog geen probleem, want velen onder hen hebben last van een vierde valkuil. Beleggers zijn geneigd vast te houden aan hun geloof. De topkoers van 19.666 dollar die eerder werd bereikt, is hun nieuwe referentiepunt. Die koers moet eerst opnieuw worden gehaald. Dan pas is het mentale verlies van de voorbije dagen weggewist en kunnen ze verkopen met ‘mentale winst’.

Dat brengt ons bij een vijfde gedragsmatige valkuil: beleggers zoeken gretig naar mediaberichten die hun geloof bevestigen. Dat geeft hen een gerust gevoel en stelt hen in staat de vele raadgevingen in de wind te slaan. Onze hersenen zijn afgetrainde kampioenen in het selectief luisteren en lezen. Wat baten kaars en bril als...

Copyright © 2017 Mediafin. Alle rechten voorbehouden