illustratie overheidsgebouw met daarrond een gevangenisketting en neerwaartse pijl

We mogen de Italiaanse lessen niet aan onze laars lappen

Opinie van Geert Janssens (Het Belang van Limburg, 13 mei 2023)

Een torenhoge overheidsschuld, een laks begrotingsbeleid, een verdeeld land met een scherpe tegenstelling tussen noord en zuid, partijpolitieke radicalisering… Het had over België kunnen gaan, maar uw auteur had Italië in gedachten.

Vooral als het over openbare financiën gaat, is de vergelijking met de laars van Europa zeer relevant. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zal ons land zonder ingrepen dit en volgend jaar het hoogste begrotingstekort van de eurozone laten optekenen. Misschien steekt Frankrijk ons nog voorbij, maar hoe dan ook zullen we ons samen met Italië nestelen in een illustere top drie. De tekorten doen onze staatsschuld oplopen richting 110 procent van het nationaal product. Dat Zuid-Europese landen het nog slechter doen, zou ons niet mogen geruststellen.

Wake-up call

Vooral de strakkere financiële omgeving zou politiek Brussel wakker moeten schudden. Om de inflatie in te tomen, ziet de Europese Centrale Bank (ECB) zich genoodzaakt om de rente te verhogen en beduidend minder overheidsobligaties op te kopen. Overheden zullen hun schuldpapier moeten slijten aan private investeerders (pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsfondsen…). Voor een land als Italië voelt dat aan alsof het voor de eerste keer sinds lange tijd zonder steunwielen op een fiets rijdt.

Om investeerders over de brug te krijgen, moeten sommigen landen bibbergeld betalen. Italië betaalt vandaag bijna twee volle procentpunten extra rente voor een lening op 10 jaar. Voor ons land blijft die zogeheten risicopremie momenteel beperkt tot 0,7 procentpunt. Financiële markten weten dat België een groot spaaroverschot heeft. We kunnen onze staatsschuld meerdere keren financieren met eigen middelen. Deze riante uitgangspositie hebben we te danken aan exportoverschotten uit het verleden.

Structureel tekort

Maar het verleden is geen garantie voor de toekomst. De energiecrisis en de zwakke heropleving van de wereldhandel vreten aan onze welvaart. Samengenomen gaat onze lopende rekening met het buitenland dit en volgend jaar meer dan 6 procent in het rood. Politiek Brussel zou dus wat meer urgentie aan de dag mogen leggen. Niet enkel om onze concurrentiekracht terug op te krikken, maar ook om de begrotingssituatie structureel bij te spijkeren. Niet de energiesteun aan gezinnen en bedrijven is de grote slokop. Die maatregelen belopen minder dan 1 procent van het bbp. Het overgrote deel van het overheidstekort van 5,2 procent is structureel en een gevolg van stijgende vergrijzingskosten.

Samengenomen gaat onze lopende rekening met het buitenland dit en volgend jaar meer dan 6 procent in het rood.

Structurele tekorten verdwijnen enkel door een coherent pakket aan maatregelen. Dat vergt politici die over partijgrenzen en beleidsdomeinen heen denken. Precies dat is in Italië de voorbije decennia heel moeilijk gebleken. Het verklaart waarom een land met zoveel troeven het zo moeilijk heeft en door de bril van investeerders met argusogen wordt bekeken. Het zou voor onze eigen bewindslui een reden te meer moeten zijn om snel werk te maken van grondige hervormingen. Het is een les die ik van een recente belevingsreis naar Turijn met een groep ondernemers heb meegenomen: we kunnen ons niet langer veroorloven om deze Italiaanse lessen aan onze laars te lappen.