Een divers stempubliek tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen

Demografielessen uit de Amerikaanse verkiezingen

Jarenlang hielden de Democraten vast aan een geruststellend verhaal: Amerika's veranderende demografie zou onvermijdelijk hun politieke toekomst veiligstellen. De groei van Hispanics, Afro-Amerikanen en andere minderheidsgroepen werd gezien als een garantie voor een duurzame progressieve coalitie. Dit geloof in ‘demografie als bestemming’ vormde campagnestrategieën en beleidsprioriteiten. Maar nu de stofwolken van de presidentsverkiezingen van 2024 zijn neergedaald, is het duidelijk dat deze aanname niet alleen gebrekkig was; ze was fundamenteel misplaatst.

Donald Trumps beslissende overwinning op Kamala Harris heeft het idee verbrijzeld dat identiteitsfactoren — zoals etniciteit, geslacht en leeftijd — voorspelbaar vertalen naar politieke trouw. Trumps succes in het heroveren van het presidentschap was niet alleen een persoonlijke triomf; het was een aardverschuiving die vraagt om een herbeoordeling van hoe we het Amerikaanse electoraat begrijpen.

Donald Trumps beslissende overwinning op Kamala Harris heeft het idee verbrijzeld dat identiteitsfactoren voorspelbaar vertalen naar politieke trouw.

Het meest opvallende aspect van Trumps overwinning was zijn prestatie onder Latino-kiezers. Exitpolls tonen aan dat hij 46% van de Latino-stemmen binnenhaalde, een dramatische stijging ten opzichte van 32% in 2020 en 28% in 2016. In swingstaten zoals Pennsylvania won Trump 42% van de Latino-stemmen, een stijging van 27% in vergelijking met 2020. Nog veelzeggender waren zijn doorbraken in Zuid-Texas, waar hij traditioneel Democratische bolwerken als Hidalgo en Cameron County won.

Portomonnee primeert

Deze verschuiving toont aan dat kiezers niet eendimensionaal zijn, en kwesties overstijgen vaak demografische categorieën. Economische zorgen kwamen naar voren als een dominante factor, waarbij veel Latino-kiezers portemonnee-kwesties belangrijker vonden dan immigratie. Trumps boodschap over de economie resoneerde sterk bij arbeidersklasse-kiezers uit verschillende demografische groepen. De perceptie dat Democraten verantwoordelijk waren voor de hoge prijzen en economische druk bleek bijzonder schadelijk voor Harris' campagne.

Ook waarden speelden een cruciale rol. Sommige Latino-kiezers, vooral degenen met religieuze of sociaal-conservatieve opvattingen, vonden aansluiting bij Trumps standpunt over kwesties als abortus en transgenderrechten. Dit onderstreept het gevaar van de aanname dat etnische solidariteit automatisch zal leiden tot steun voor een progressief beleid.

De genderdynamiek van de verkiezingen tartte ook de verwachtingen. Hoewel Harris 53% van de vrouwelijke stemmen won, was dit een onderprestatie vergeleken met eerdere Democratische kandidaten. Trump daarentegen verzekerde zich van 55% van de mannelijke stemmen en boekte een verrassende winst onder jongvolwassenen, waarbij zijn steun steeg van 35% in 2020 naar 42% in 2024.

Coalitie gebaseerd op hoop

Misschien is het wel geruststellend dat coalities niet zomaar gebouwd kunnen worden op demografische kenmerken, dat politici moeten inspelen op hun daadwerkelijke zorgen en waarden als mens. Dat kiezers niet meer louter onderdeel zijn van een statistische categorie.

Trump verenigde een grote coalitie met een boodschap die gebaseerd is op angst. De Democraten probeerden maar faalden om een coalitie te bouwen op basis van angst voor Trump. Laat ons hopen dat een nieuwe generatie politici bij de volgende verkiezingen een even brede coalitie kan bouwen met een positief toekomstbeeld, een coalitie gebaseerd op hoop.