Amerikaanse en Chinese vlag op stenen brokstukken

Sfeer tussen Xi en Biden verbetert, maar conflict blijft

De ontmoeting tussen Biden en Xi is een positieve stap in een relatie die de laatste jaren erg verslechterde. De afspraak om de militaire dialoog te hervatten, is uiterst belangrijk. En het plan om samen te werken in de strijd tegen de opioïdecrisis in de VS, is een teken dat samenwerking toch nog mogelijk is. De retoriek verzacht al enkele maanden, zowel in China als in de VS.

Maar is dat ook wat we in de praktijk zien in het economische conflict tussen de VS en China? Jake Sullivan, de Amerikaanse veiligheidsadviseur, spreekt van een benadering van ‘small yard, high fence’, waarbij er voor een beperkte groep producten hoge barrières komen. Nochtans gaan de Amerikaanse exportcontroles almaar verder. Een onderscheid tussen technologieën met militaire toepassingen en andere is niet altijd duidelijk te maken. Van de 14 technologieën die het Pentagon als kritisch beschouwt, zijn er 11 commercieel. De kansen van China beperken om zich militair te ontwikkelen, wordt moeilijk zonder dat het land het gevoel krijgt dat de VS zijn economische groei probeert te remmen.

Een gezellige babbel tussen Xi en Biden zal dus niet verhinderen dat het economische conflict tussen de VS en China intenser wordt. Dat heeft grote gevolgen voor bedrijven over de hele wereld.

Politieke disruptie

Voor bedrijven wordt het veel complexer te navigeren in een wereld vol geopolitieke spanning. C.C. Wei, de CEO van de Taiwanese chipfabrikant TSMC, vatte het mooi samen: ‘Geopolitieke confrontatie heeft de hele markt verstoord. Vroeger maakte je een product en kon je het aan de hele wereld verkopen. Nu mogen sommige producten niet worden verkocht, sommige landen zeggen dat je er niet in mag, terwijl sommige landen zeggen dat je alleen bepaalde (lokale) producten mag gebruiken.’

Dat geldt voor microchips en artificiële intelligentie, maar ook almaar meer andere sectoren worden als kritisch gezien: farma, voeding, hernieuwbare energie, de financiële sector… Nog meer sectoren lopen het risico het doelwit te worden bij economische vergeldingsacties. Bedrijven mogen zich dus voorbereiden op veel politieke disruptie.

Westerse bedrijven zijn veel terughoudender tegenover hun activiteiten in China. Nieuwe investeringen worden uitgesteld en bedrijven werken aan alternatieven door te investeren in bijvoorbeeld Vietnam of India. Een enkel bedrijf trekt zich volledig terug uit China, al blijft dat een uitzondering. Voor veel bedrijven is China ‘too big to fail’. China heeft enerzijds zo’n grote markt en is anderzijds zo belangrijk als toeleverancier dat ontkoppeling onmogelijk is. ‘We kunnen ons niet terugtrekken uit China. Het is te groot, te belangrijk en te noodzakelijk voor de Amerikaanse economie’, zegt de CEO van Raytheon, een defensiebedrijf nog wel. Een bedrijf als Volkswagen verdient de helft van zijn winst in China. Dat los je niet snel op door te diversifiëren.

Als we allerlei zaken zelf gaan produceren die we voordien goedkoop uit China haalden, zal dat meer kosten en zal onze welvaart bijgevolg afnemen.

Logica van de efficiëntie

Tot slot zijn er de maatschappelijke kosten van ontkoppeling. Bepaalde productie terug naar Europa of de VS halen zal zeker wat banen creëren. Maar we werden net zo afhankelijk van China wegens de logica van de efficiëntie. Als we allerlei zaken zelf gaan produceren die we voordien goedkoop uit China haalden, zal dat meer kosten en zal onze welvaart bijgevolg afnemen. En als we op het vlak van hernieuwbare-energietechnologie meer zelf willen doen, wat toch het idee achter de groene plannen in Europa en de VS is, dan zal ook dat meer kosten en de energietransitie trager worden gerealiseerd.

Hoe de sfeer in San Francisco ook is, er staat ons nog veel politieke disruptie te wachten. Hoe we daar de komende jaren mee omgaan zal grotendeels ons economisch succes bepalen.