man in maatpak op voetbalveld houdt bal in handen

Het geld van de voetbalgoden

Wie herinnert zich nog hoe wijlen Rik De Saedeleer de voetbalgoden aanriep om de bal aan de juiste kant van de paal te doen belanden? Het was een heroïsche tijd waarin de uitkomsten op het veld in belangrijke mate werden bepaald door toeval. Vandaag zijn het vooral de budgetten die de doorslag geven. De voetbalgoden worden overklast door de god van het geld.

Geldmachine

Er is niks mis met het laten spelen van de markt voor talent. Maar, het aantrekkelijke van sport zit in de verrassing en de spanning. Wanneer de uitslag vooraf al vastligt, hoeven we niet meer te kijken. Het competitiebeest in de mens probeert een zo groot mogelijke voorsprong op concurrenten uit te bouwen, zodat we het toeval kunnen uitsluiten. Sportclubs, atleten, voetbalmanagers… proberen niets aan het toeval over te laten. In het hedendaagse voetbal is deze competitiedrang ontspoord in een ongebreidelde budgethonger die ons voetbal op nationale en Europese velden heeft getransformeerd in een bedenkelijke geldmachine.

Meedoen werd belangrijker dan winnen, helaas om de verkeerde reden.

Kampioenenbal

De transformatie kwam in een stroomversnelling tijdens de jaren negentig, onder meer door het Bosman-arrest, maar nog meer door de hervorming van de ‘UEFA Champions League’ (CL). Een poulefase zou ervoor zorgen dat het toeval werd gespreid over meerdere wedstrijden, zodat de beste en rijkste clubs zich een uitschuiver konden permitteren. Omdat grote landen meerdere vertegenwoordigers mochten afvaardigen, ontstond een select kransje van ‘winner-takes-all’-teams uit een beperkt aantal landen (Engeland, Spanje, Duitsland, Italië). Het zogenaamde kampioenenbal groeide uit tot een miljoenenbal waar men koste wat kost bij moet zijn. Meedoen werd belangrijker dan winnen, helaas om de verkeerde reden.

Schuldenexplosie

Het opbod voor het aantrekken van de beste spelers heeft clubs steeds dieper in het rood geduwd. De clubs met honderden miljoenen schulden vinden we systematisch terug in de 1/16e en 1/8ste finale van de CL. Ze komen uit de grootste en sterkste competities in Europa met de meeste inkomsten. Meer inkomsten staat gelijk aan meer schulden. Clubs doen ook aan creatief boekhouden om de regels voor financiële ‘fairplay’ te omzeilen.

De ‘winner-takes-all’-realiteit sijpelt door naar de nationale competities. Onze kampioen kreeg de voorbije jaargangen ook toegang tot de vetpotten van de CL, maar dat maakte onze competitie niet gezonder. Recent brachten enkele artikels in diverse media de precaire toestand van het Belgisch voetbal in kaart. De voorbije vijf jaar tekenden onze profclubs voor een gecumuleerd verlies van 338 miljoen euro. Slechts een handvol clubs kon in die periode een positief resultaat voorleggen. De stijgende loonlasten zijn omgekeerd evenredig met de resultaten van het boekjaar en de schuldenlast zwelt zienderogen aan.

Buitenlandse financiers

De precaire financiële toestand duwt clubs steeds vaker in handen van buitenlandse financiers. Van de 26 profclubs in ons land zijn er nog slechts 8 die geen buitenlandse hoofdaandeelhouder hebben. Op basis van de landen van herkomst (Turkije, Saoedi-Arabië, Maleisië, Verenigde Arabische Emiraten, Rusland, Qatar, Thailand…) zou men enigszins geruststellend kunnen besluiten dat ons voetbal een internationaal karakter heeft gekregen.

Toch passen hierbij enkele serieuze bedenkingen. Waar komt het geld van die buitenlandse investeerders vandaan? Hoe ethisch en duurzaam zijn hun inkomstenbronnen? Hoe zit het met de lokale inbedding van onze clubs? Hoe verdedigbaar is het transfersysteem dat steeds meer weg heeft van veredelde mensenhandel en momenteel door juristen op de korrel wordt genomen? Hoe lang is een businessmodel gebaseerd op steeds grotere schulden, houdbaar?

Fairplay

Het is duidelijk dat ons voetbal veel duurzamer moet worden, zowel op sportief als financieel vlak. Uiteraard moeten we voor fundamentele hervormingen kijken naar UEFA en FIFA. We zouden de controverses rond de hoogmis in Qatar ook kunnen aanwenden voor een denkoefening die de toekomst van ons eigen voetbal iets bijbrengt. Duitsland, waar clubs in handen moeten blijven van supporters, biedt inspiratie. Vaak wordt verwezen naar het Amerikaans basketbal waar middelen worden herverdeeld in functie van fairplay en een gelijk speelveld. Ook samenwerking met buurlanden wiens competities in dezelfde spagaat zitten, is de logica zelve.

Het zijn in elk geval ideeën die kunnen helpen om de god van het geld te verdrijven, zodat er terug ruimte ontstaat voor de speelsheid en het verrassingselement van de ware voetbalgoden. Zo krijgen we ook een sterkere competitie die ons internationaal opnieuw op de kaart zet.