maïsveld met een bos op de achtergrond

De natuurillusie

Antivaxers rekenen op hun eigen lichaam om ernstige ziekten te bestrijden. Biolandbouw boomt; het verzet tegen genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) leeft. Kernenergie moet verboden worden. De terug-naar-de-natuurbeweging is zeer actief in haar weerstand tegen een resem technologische innovaties.

Soms gaat technologische innovatie effectief in de verkeerde richting. Zo ontwikkelde Monsanto granen die resistent zijn tegen Roundup, een onkruidverdelger die ook door Monsanto wordt geproduceerd. Zo kon er massaal onkruidverdelger gesproeid worden dankzij GGO’s. Intensieve landbouw en veeteelt hebben overduidelijk negatieve bijwerkingen en kernenergie is uiteraard ook niet perfect. Maar het idee dat een terugkeer naar de natuur ons leven zal verbeteren, is een illusie.

Nature kills

2000 jaar geleden, toen we nog veel meer in de natuur leefden, was de gemiddelde levensverwachting 25 jaar. In de natuur zouden de meesten onder ons al lang dood zijn! De vaccinatie tegen polio zorgde ervoor dat 1,5 miljoen kinderen niet verlamd raakten. En de COVID-vaccinatiecampagne voorkwam in haar eerste jaar alleen al 20 miljoen doden.

Wat is de natuur?

We kunnen ons afvragen wat ‘natuurlijk’ is. GGO’s zijn uiteindelijk niet meer dan een verderzetting van de technologische innovatie in de landbouw waarbij planten- en dierensoorten telkens opnieuw op bepaalde eigenschappen worden geselecteerd en gecombineerd. De gemiddelde Neanderthaler zou maar weinig van het voedsel in de biowinkel herkennen. Vaccins werken juist door ons eigen immuunsysteem optimaal voor te bereiden in een gecontroleerde (en dus veiligere) omgeving dan bij het oplopen van een ‘natuurlijk’ virus. En ook heel natuurlijke oplossingen zoals wind- en zonne-energie, hebben negatieve neveneffecten. Bij hun productie zijn immers heel wat materialen nodig die niet altijd even milieuvriendelijk worden ontgonnen en geraffineerd.

‘De natuur’ bestaat niet, onze leefomgeving is een dynamisch systeem dat permanent op zoek gaat naar nieuwe evenwichten. Als mens zijn wij een element met een grote impact, maar ook daar reageert het systeem op. In die zin is de klimaatverandering ook een herbalancering die niet per se nefast is voor ‘de natuur’, maar wel voor het op dit moment dominante ras (wij dus).

Valse tegenstelling

De tegenstelling tussen natuur en technologie is ook gedeeltelijk vals. Ja, technologie verandert onze natuurlijke omgeving. Maar technologische innovatie zorgt soms juist voor een beter evenwicht met onze leefomgeving. GGO-bedrijven ontwikkelen planten die weerbaarder zijn tegen bepaalde ziekten en dus minder pesti- en herbiciden nodig hebben. Precisielandbouw met robots doet dat ook. Kernenergie kan onze CO2-uitstoot drastisch terugdringen en een van de oplossingen zijn voor ons klimaatprobleem. En als bioreactoren in de toekomst vlees kweken, moeten we niet langer ‘natuurlijke’ dieren slachten.

Meer bio, minder bossen?

We moeten ons ook afvragen welke natuur we willen beschermen. Zo neemt biolandbouw, in tegenstelling tot industriële landbouw, veel meer ruimte in. Intensieve landbouw produceert per definitie meer op eenzelfde oppervlakte. Dus hoe meer biolandbouw, hoe minder plaats voor wilde natuur en bossen.

We moeten ons ook afvragen welke natuur we willen beschermen.

Dat we de natuur manipuleren in ons voordeel onderscheidt ons als mens van andere dieren. Dat dat negatieve neveneffecten veroorzaakt, is een feit. Dat we die zoveel mogelijk moeten vermijden ook, maar dat betekent niet dat we in de illusie moeten verkeren dat de natuur steeds beter is. Technologie kan positief of negatief ingezet worden. De keuze is steeds aan ons. Maar kiezen voor de natuurlijke oplossing in plaats van de technologische oplossing kan evengoed negatief zijn.