handdruk tussen robothand en mensenhand in retrostijl

Het is nooit te laat om wat we zelf doen beter te doen

 

Als eerste minister-president lag Geens mee aan de basis van onze Vlaamse economische en technologische identiteit, met de Derde Industriële Revolutie die hij lanceerde. Met als jaarlijkse hoogtepunt de ‘Flanders Technology’-beurs. Door aan te sturen op de oprichting van IMEC en de Gimv genieten we tot op vandaag van het levenswerk van de latere minister van staat.

Dat werk wordt evenwel almaar meer overschaduwd door overmoed. Terwijl het oorspronkelijke citaat oproept tot toekomstige verantwoordelijkheid, gaat de vervormde versie er gemakshalve van uit dat die automatisch wordt opgenomen. Die zelfgenoegzaamheid volgt uit het schitterend rapport dat we kunnen voorleggen als we ons vergelijken met de andere deelstaten van dit land. Maar daarmee vergelijken we ons met de slechtste leerlingen van de Europese Unie. Wat tewerkstellingsgraad betreft, scoren alleen regio’s in het zuiden van Italië en Spanje slechter dan Wallonië en Brussel. En hoewel Vlaanderen het beter doet, staan we maar op een 50ste plaats. Ook wat welvaartspeil betreft, halen we maar een 40ste stek.

We vergelijken ons met de slechtste leerlingen van de Europese Unie.

Onzekerheid

Een statistische verklaring is dat een groot stuk van onze Vlaamse welvaart en tewerkstelling wordt gegenereerd in het Brusselse. Het Vlaamse gemiddelde wordt daarenboven sterk opgetrokken door de provincie Antwerpen, met de haven als belangrijke groeimotor. Die bijdrage staat stevig onder druk nu het stikstofprobleem in een juridisch moeras dreigt terecht te komen.

Die rechtsonzekerheid komt voor ondernemingen bovenop tal van andere tegenvallers zoals verlies aan concurrentiekracht door hogere loonkosten, duurdere energie en onzekere bevoorrading. Daarnaast is er de toenemende onzekerheid rond infrastructuurprojecten, waar Ventilus slechts één voorbeeld van is.

Ondertussen gaat het met de kwaliteit van onze enige grondstof snel bergafwaarts. De PISA-scores kunnen nog enigszins gerelativeerd worden omdat veel OESO-landen met mindere testresultaten kampen. Toch blijft Vlaanderen ook hier in gebreke omdat we het gebakkelei over de eindtermen in het onderwijs niet kunnen overstijgen. Ook voor het opvangen van het lerarentekort ontbreekt het aan creativiteit, terwijl het duaal leren maar moeilijk van de grond komt. De intenties zijn goed, maar de bereidheid om het over een andere boeg te gooien en samen te werken over de netten heen ontbreekt.

Veranderende wereld

Vlaanderen probeert een aantal zaken recht te trekken met een uitgebreide subsidiëring. Door de staathervormingen konden we rekenen op een stevige instroom van financiële middelen. Maar wordt dat geld goed besteed? De lijst met subsidies werd al een keer drastisch ingekort — we subsidiëren niet langer paardenfluisteraars. Toch wordt nog elk jaar met meer dan 17 miljard euro gestrooid.

We missen niet alleen een transparant kader om die middelenstroom te evalueren, maar ook een langetermijnvisie als leidraad. Waarheen moet dit alles leiden? Wat is het plan? Wie is de regisseur? In een snel veranderende wereld is het van belang strategische keuzes te maken.

Ook bedrijven hebben dat perspectief hard nodig, zodat ze kunnen investeren over een langere termijn. Niemand kan de toekomst voorspellen, maar enkele trends zijn onvermijdelijk: demografie, technologie en vergroening. We beschikken in Vlaanderen over kennis en middelen om de toekomst mee vorm te geven: duurzame en circulaire businessmodellen, de ontwikkeling van waterstoftechnologie of kernenergie van de nieuwe generatie, alternatieve materialen, urban mining… Maar om die troeven te verzilveren, moet het Vlaams beleid die trends ten volle omarmen.

Ook in het arbeidsmarktbeleid moeten we duidelijker keuzes maken. Om de werkgelegenheidsgraad verder op te trekken, moeten we doelgroepen activeren, niet in het minst bij de allochtone bevolking. Dat vergt een nieuw sociaal contract en transparantie over de doelstellingen en de wijze waarop we een mentaliteitswijziging willen bereiken. De Vlaamse overheid moet ook vermijden dat ze op de arbeidsmarkt almaar vaker in concurrentie gaat met bedrijven, onder meer via haar talloze (over)gesubsidieerde agentschappen.

Navelstaarderij

Onze borstklopperij mag niet ontaarden in navelstaarderij. Dat vraagt beleid dat zijn overmoed overstijgt en zich eindelijk bezint over zijn kerntaken. Dat wordt moeilijker naarmate meer organisaties eten uit de hand van de overheid en minder krachten overblijven om een mentaliteitsverandering te bepleiten.

Onze borstklopperij mag niet ontaarden in navelstaarderij.

Toen Gaston Geens in 1995 de actieve politiek verliet, was de Vlaamse rijkdom er mede dankzij het beleid. We moeten opletten dat het niet ‘ondanks’ wordt. De wereld verandert dermate snel dat we ons niet kunnen veroorloven verder aan te modderen. 2024 mag dan een verkiezingsjaar zijn, het is nooit te laat om wat je zelf doet beter te doen.